Inleiding

Het eerste Rotterdams jaarboekje kwam er in 1888 op initiatief van de toenmalige gemeentearchivaris Unger. In het begin verscheen het jaarboekje niet altijd vanwege geldgebrek; het huidige jaarboekje 2024 is dan ook niet het 135e, maar het 122e.

Het stadsarchief was vanaf het begin uitgever. Met steun van de historische vereniging Roterodamum verschijnt het jaarboekje sinds 1947 elk jaar.

Opzet

Met het Rotterdams Jaarboekje 2023 zijn we een nieuwe reeks van tien jaargangen gestart. Bij die gelegenheid hebben we de vorm en opzet van het jaarboekje enigszins gewijzigd. Inge Croes van Manifesta Idee en Ontwerp heeft een nieuw grafisch ontwerp gemaakt met een gevarieerd kleurenpalet en veel aandacht voor de illustraties. De redactie heeft toen enkele oude rubrieken geschrapt en een paar nieuwe geïntroduceerd.

Eén van die nieuwe rubrieken is een profiel van een bekende of minder bekende stadgenoot. Dit jaar hebben we gekozen voor de pas afgetreden burgemeester Ahmed Aboutaleb. Daarmee zitten we voor het eerst dicht op de actualiteit. Schrijver van het profiel is Arie van der Krogt. Volgens hem zit het geheim van Aboutaleb in zijn taal. Hij schetst Aboutalebs portret daarom aan de hand van passages uit zijn speeches en interviews.

De andere nieuwe rubriek is het beeldessay, dit keer gewijd aan de vroege geschiedenis van de Rotterdamse street art. Historicus en filosoof Siebe Thissen en Wanda Waanders van het stadsarchief selecteerden daarvoor twaalf kleurenfoto’s uit de collectie van het stadsarchief.

Inhoud

Het jaarboekje opent met een essay van Kees Moeliker, directeur van het Natuurhistorisch Museum, over een van de beroemdste bewoners van Diergaarde Blijdorp, de vorig jaar overleden gorilla Bokito.

Naast de nieuwe rubrieken zal de rest van de inhoud de lezer vertrouwd aandoen. Met daarin uiteraard de dagelijkse kroniek met een overzicht van de belangrijke gebeurtenissen van het afgelopen jaar, zoals de viering van Koningsdag in Rotterdam, het kampioenschap van Feyenoord (ook afgebeeld op de cover), de onthulling van het spraakmakende beeld Moments Contained van Thomas J. Price op het Stationsplein of de twee dramatische schietpartijen waarbij een 32-jarige man uit Delfshaven twee buurtbewoners en een huisarts doodschoot.

Met de in memoriams herdenken we een aantal prominente Rotterdammers die in 2023 zijn overleden.

•    Ad de Beer (1953-2023), door Linda Dubbelman.
•    Carel Juliaan van den Driest (1947-2023), door Ben Vree.
•    Mieke Engelberts (1934-2023), door Kees Vrijdag.
•    Jan van Herwaarden (1940-2023), door Paul van de Laar.
•    Evan van der Most (1953-2023), door Hugo Bongers.
•    João Silva (1929-2023), door Carlos Gonçalves.
•    Anna Vingerhoets (1932-2023), door Roland Vonk.
•    Bob Visser (1949-2023), door Francisco van Jole.
•    Andries van Wijngaarden (1935-2023), door Anne van Veenen.

De hoofdmoot van het jaarboekje wordt als altijd gevormd door 6 historische artikelen:

  1. Kwetsbare interieurkunst: enkele parels van decoratieve schilderkunst in Rotterdamse woonhuizen uit de periode 1898-1916 door Hans van Herwijnen. In zijn artikel laat Van Herwaarden zien dat er ondanks het bombardement van 1940 en sloopwoede van de decennia daarna, her en der in Rotterdam nog bijzondere voorbeelden van interieurkunst uit de jaren rond 1900 te vinden zijn. Zijn artikel is tevens een oproep om daar heel zuinig op te zijn.
  2. Het jubileum van het verhalenhuis van Rotterdam. 10, 15, 35, 75, 90, nee… 130 jaar Belvédère door Linda Malherbe. Zij gebruikt het 10-jarig jubileum van Verhalenhuis Belvédère als kapstok voor een verhaal waarin de lotgevallen van het gebouw op een ingenieuze manier wordt verknoopt met de geschiedenis van de wijk Katendrecht en de rest van de stad.
  3. Gerk Oberman (1981-1945): een dichtende verzetsstrijder met grote dromen door Anne Schram Ouweneel. Dat gaat over een jonge geneeskundestudent die, geïnspireerd door Albert Schweitzer, zendingsarts in Nederlands-Indië wil worden, maar in het gewapende verzet belandt en dat met de dood moet bekopen.
  4. De eerste brand in een Nederlandse ‘wolkenkrabber’: het inferno in kantoorgebouw De Leuve op 28 juli 1978’ door Louis Ph. Sloos. Dit is een beschrijving van een belangrijke episode uit de brandweergeschiedenis: de brand in de Leuveflat, de bestrijding ervan, de discussie na afloop en de lessen die uit deze gebeurtenissen zijn getrokken.
  5. Doopsgezinden, vluchtelingen en kolonisten. Het Hollandsch Doopsgezind Emigrantenbureau (1924-1938) door Ad van de Staaij. Dat gaat over de hulp die Rotterdamse doopsgezinden in de jaren tussen de twee wereldoorlogen gaven aan geloofsgenoten die de Sovjet-Unie waren ontvlucht. 
  6. Een mysterieuze maakster van mobiles door Jan Peter Verhave. Hij gaat op zoek naar de identiteit van de papierknipster die staat afgebeeld op drie schilderijen van Nicolaas Juweel uit het eind van de 17de eeuw. Lang is gedacht dat het om de Rotterdamse papierkunstenares Elisabeth Rijberg ging, Verhave betoogt dat het iemand anders zijn moet zijn.