Uw zoekacties:

5147 Archief van de Polder Nieuwe Gote onder de gemeente Nieuwenhoorn

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
Geschiedenis van het archief
5147 Archief van de Polder Nieuwe Gote onder de gemeente Nieuwenhoorn
Archiefvorming
Geschiedenis van het archief
Titel:
Geschiedenis van het archief
Als gevolg van de scheiding tussen de polder en de gemeente rond 1811 werden de bescheiden met betrekking tot de zorg voor de waterstaatswerken naar aanleiding van een besluit van het Departementaal Bestuur van Schelde en Maas, d.d. 10 juni 1800, en van latere besluiten in het begin van de 19e eeuw en later op grond van het transmissiebeginsel bij het polderarchief gevoegd.
Omtrent de opsplitsing van het oude ambachtsarchief van Nieuwe Gote is in tegenstelling tot dat van Nieuwenhoorn weinig bekend, maar we mogen aannemen dat dit in het begin van de 19e eeuw reeds volledig heeft plaatsgevonden. De bescheiden die uit het ambachtsarchief bij het polderarchief zijn gevoegd en daarin bij een voorlopige inventarisatie zijn aangetroffen, kunnen als volgt worden omschreven:
- Resoluties en allerhande akten van openbare aanbesteding, 1671-1772. 3 delen.
- 29 augustus 1671 – 24 mei 1725;
- 16 februari 1725 – 24 juni 1750;
- 29 juli 1750 – 24 december 1772.
- Resoluties van schout en schepenen, 14 juli 1773 – 15 juli 1794. 1 deel.
- Generale keur en ordonnantie van de ambachtsheerlijkheden Oostvoorne, Rugge, Groot en Klein Oosterland, Rockanje, St. Annapolder en het Schapengors, Nieuwenhoorn en Nieuwe Gote, opgemaakt door de ambachtsheer H.W. baron van Leijden, 1775. gedrukt. 1 deel.
- Stukken betreffende de door schout en schepenen genuttigde drank en etenswaren tijdens hun bijeenkomsten, 1764-1765, 1802. 1 omslag.
- Aantekening over het salaris van de bode W. Torman, 1786. 1 stuk.
- Stukken betreffende de voldoening van het aandeel in het salaris van de schoolmeester, 1787-1791. 1 omslag.
- Kaartboek van de polder Nieuwe Gote, mogelijk opgemaakt ten behoeve van de inning van de omslag of schot, (ca. 1700). 1 deel.
- Kaart van de polder Nieuwe Gote, vervaardigd op last van de breedste geërfden van Voorne, gegraveerd door I. Luiken en I. Stemmers, kopergravure op linnen geplakt, 1696. 1 stuk.
- Aantekening omtrent de omslagplichtige grootte van de polder, (1727). 1 stuk.
- Aantekening omtrent de omslagplichtige grootte van de polder, (1727). 1 stuk.
- ‘Blafferd’, kohier van omslag, 1773. 1 deel.
- Stukken betreffende de overdracht aan de penningmeester van de Generale Dijkage van het land van Voorne van het Generale Dijkagegeschot, 1788-1793. 1 omslag.
- Besluit van het Departementaal Bestuur van Holland, waarbij toestemming wordt verleend om ter bestrijding van ‘plaatselijke behoeftes’ een jaarlijkse omslag te heffen over de landerijen, zoals dit vanouds geschiedde, 1807. 1 stuk.
- Stukken betreffende de jaarlijkse betaling van f. 43:17:2 aan de rentmeester-generaal der domeinen van het land van Voorne en de Beijerlanden als jaarschot voor Nieuwe Gote en Zuijerland, 1787-1793. 1 omslag.
- Rekeningen van ontvangst en uitgaaf wegens het mei- en bamisschot, 1700-1803. 3 omslagen.
- 1700 – 1725;
- 1726 – 1758, 1760 – 1765;
- 1766 – 1805.
- Bijlagen tot de rekeningen van ontvangst en uitgaaf wegens het mei- en bamisschot, 1730-1792. 2 omslagen.
- 1730, 1770, 1778;
- 1787 – 1792.
- Brief van de commissaris tot het werk der verponding te Brielle, waarin om toezending wordt verzocht van een aantal polderrekeningen, 1810. 1 stuk.
- Stukken betreffende de jaarlijkse bijdrage van f. 27,-- aan de dienaars van justitie van het land van Voorne voor het weren van vagebonden, 1789-1792. 1 omslag.
- Akte van overeenkomst gesloten met ingelanden en gerechten van Nieuw-Helvoet inzake de watervoorziening van de polder Nieuw-Helvoet, 1684; met daarbij behorend afschrift, (ca. 1750). 2 stukken.
- Aantekening over het droogleggen en drooghouden van een niet nader aangeduide sluis, 1708. 1 stuk.
- Stukken betreffende de afrekening met het stadsbestuur van Brielle met betrekking tot de onderhoudskosten van de Zuidspuisluis en het Spuiwater, 1729-1809. 1 omslag.
- Akte van overeenkomst gesloten met schout, dijkgraaf, schepenen en hoofdingelanden van de polder St. Annapolder en het Schapengors, 1743, afschrift. 1 stuk.
- Besluiten, waarbij Aarnoud van der Meer en Teunis Machielse Kleywegh toestemming wordt verleend tot het beschikken over de specie afkomstig van te delven dijk- en wegsloten, 1744. 2 stukken.
- Bestek en voorwaarden voor de aanbesteding door het stadsbestuur van Brielle en schout en gerechten van Nieuwe Gote van het maken van een nieuwe schotdeur en twee raderen aan de Zuidspui, (ca. 1750). 1 stuk.
- Stukken betreffende het verdiepen van het Brielse Spuiwater, 1788-1790. 1 omslag.
- Akte van openbare aanbesteding van het onderhoud van het zandvoetpad onder het ambacht van Nieuwe Gote, concept; met bijbehorende brief van baljuw en leenmannen van Voorne, 1729. 2 stukken.
- Akten van openbare aanbesteding en stukken betreffende de akten van openbare aanbesteding van het onderhouden van het zandvoetpad lopende vanaf de slikheul in de Dam van het Kleine Gootje tot aan het huis genaamd De Klomp of De Vuile Vaatdoek, 1729-1804. 1 omslag.
- Stukken betreffende de jaarlijkse bijdrage aan de penningmeester van de zandvoetpaden in het land van Voorne in de onderhoudskosten van deze zandvoetpaden, 1789-1792. 1 omslag.
- Stukken betreffende de bijdrage in het jaarlijks onderhoud van het schoolgebouw, 1787-1789. 1 omslag.

Bij de beschrijving van de bestuursinrichting van de polder is vermeld dat voor 1811 geen apart polder- of gemeentebestuur aanwezig was. Het verdient derhalve aanbeveling om de bescheiden van voor 1811, die in het polderarchief zijn aangetroffen, samen te voegen met de bescheiden van het ambacht Nieuwe Gote van voor 1811, die zijn aangetroffen in het gemeentearchief van Nieuwenhoorn, en als één afzonderlijk archief te beschouwen. Van dit archief zal een aparte inventaris verschijnen.
Over de zorg voor het archief gedurende het begin van de 19e eeuw zijn we tamelijk goed geïnformeerd dankzij enige posten in de rekeningen van de polder. *  In de rekening over 1813 treffen we allereerst een post aan die luidt als volgt: Betaald aan Cornelis de Breur, timmerman in den Briel voor het maken van eene kist ter bewaring der registers en protocollen ter griffie van de regtbank van eersten aanleg te Brielle eene somma van f. 4:19:--. Een volgende post in deze rekening heeft ook betrekking op deze kist: betaald aan Johannes van Weijen te Brielle wegens geleverd ijzerwerk ten dienste van eene kist vorengemeld eene somma van f. 1:4:--. Uit deze rekeningen kunnen we afleiden dat het polderbestuur zich in die tijd reeds had ontfermd over het ambachtsarchief van Nieuwe Gote of een deel daarvan, en dat dit archief in Brielle werd bewaard.

Aangezien we in de rekening van de polder Nieuwenhoorn soortgelijke posten tegenkomen, mogen we bovendien aannemen dat deze kist tevens in gebruik is geweest voor het archief van het ambacht Nieuwenhoorn. In de rekening van 1817 wordt gesproken over de secretariekast van de polders Nieuwenhoorn en Nieuwe Gote, waarbij dus ook sprake is van een gemeenschappelijk gebruik: *  Betaald Cornelis Spoon, timmerman te Nieuwenhoorn, in voldoening van desselfs specifieke rekening ter somma van f. 34,58 ½ in 1817 verdiend aan de secretariekast van de polders Nieuwenhoorn en Nieuwe Gote, wegens het uit en in malkanderen en overbrengen derzelve en verdere reparatiën waar in Nieuwe Gote 1/3 contribueerd ter somma van f. 11,52 ½.
Doordat het polderbestuur in 1834 de beschikking kreeg over een vergaderkamer in het toen nieuw gebouwde raadhuis van Nieuwenhoorn, mag worden aangenomen dat het oud archief van die polder vanaf die tijd werd bewaard in een kast die in de vergaderkamer aanwezig was. De overeenkomst die met het gemeentebestuur van Nieuwenhoorn op 12 april 1852 werd gesloten, maakt ook melding van een vrij gebruik van de penantkasten, waarmee blijkens een bijbehorend besluit van de gemeenteraad de beide penantkasten in de raadkamer werden bedoeld. * 
De eerste inventaris van het polderarchief die bewaard is gebleven, dateert van 15 december 1906. *  Deze inventaris werd opgemaakt in verband met de overdracht van het archief aan de nieuw benoemde secretaris J. Vijfwinkel. Hoewel deze inventaris dus alleen die bescheiden omschrijft die aan de nieuwe secretaris werden overgedragen, geeft dit document toch een beeld van het (lopend) archief van de polder en een mogelijkheid om deze inventarisatie te vergelijken met hetgeen bij de huidige inventarisatie is aangetroffen. Uit deze vergelijking blijkt dat enige in de inventaris van 1906 genoemde bescheiden bij de bewerking van het polderarchief niet zijn aangetroffen, te weten:
- processen-verbaal (van de gehouden verkiezingen);
- lijsten van stemgerechtigde ingelanden;
- keuren.
Het polderbestuur heeft niet altijd gebruik gemaakt van de penantkasten in de vergaderkamer. In een brief van 4 juni 1920, gericht aan Gedeputeerde Staten, lezen we namelijk dat het gehele archief van de polder wordt bewaard in een kast ten huize van de secretaris. *  Over de lotgevallen van deze kast en de hiervoor genoemde secretariekast kunnen verder geen mededelingen gedaan worden. In een brief van 13 maart 1944, gericht aan de Inspecteur der gemeente- en waterschapsarchieven, lezen we echter dat het gehele archief op de bovenzaal van het raadhuis (polderkamer) is opgeborgen in kasten. * 
In 1948 heeft de heer D. van Baalen in opdracht van de Provinciale Inspecteur der gemeente- en waterschapsarchieven een inventaris opgemaakt van het oud archief van de polder Nieuwe Gote, daterend van voor omstreeks 1900. *  Deze inventaris telt 439 nummers. Dit grote aantal nummers voor een betrekkelijk klein deel van het archief houdt verband met het feit dat de heer Van Baalen onder andere elke begroting en rekening een apart nummer heeft gegeven. Bovendien zijn alle bescheiden met een stempel voorzien, waarin het inventarisnummer met inkt is aangebracht.
Door deze wijze van bestempelen kon geen onduidelijkheid ontstaan over de bestemming van de betreffende archiefbescheiden en werd het gevaar dat afzonderlijke archiefbescheiden een eigen leven dreigden te gaan leiden, ingedamd. De gebruiker van de definitieve inventaris, zoals deze nu is ingesteld, moet derhalve rekening houden met de omstandigheid dat de door de heer Van Baalen aangebrachte inventarisnummers niet meer overeenkomen met de nummers van de definitieve inventaris.
Het door de heer D. van Baalen geïnventariseerde deel van het polderarchief werd na 1948 niet naar Nieuwenhoorn teruggebracht maar in bewaring gegeven bij het Algemeen Rijksarchief te ’s-Gravenhage tegen een vergoeding van f. 12,-- per jaar. In 1968 werd dit archief echter overgebracht naar Brielle en in bewaring gegeven bij het waterschap De Brielse Dijkring, dat in die tijd de beschikking had gekregen over een goede archiefbewaarplaats in het kantoor aan de Nobelstraat.
Het overige gedeelte van het polderarchief vanaf rond 1900 bleef berusten in de kast van de vergaderkamer en voor een deel in een ladenkast op zolder bij de secretaris. In 1955 werd voor dit archief een aparte stalen kast aangeschaft, die in het gemeentehuis een plaats kreeg. *  Dit archiefgedeelte, dat zuiver chronologisch was geordend, werd na de opheffing van de polder overgebracht naar de archiefbewaarplaats van het waterschap De Brielse Dijkring, gevoegd bij het aldaar reeds aanwezige deel van het polderarchief en vervolgens in 1977 door schrijver dezes beschreven in een voorlopige inventaris.

Bij de inventarisatie van het archief is gebleken dat de secretaris van de polder Nieuwe Gote in de periode dat hij tevens de functie van secretaris van de polder Nieuwenhoorn vervulde, niet altijd een duidelijke scheiding heeft gemaakt tussen de beide polderadministraties. Deze situatie is vergelijkbaar met de administratie van de polder Nieuw-Helvoet met de Quak en Oostvoorne met Rugge, met dit verschil dat de polder Nieuwe Gote tot aan de polderconcentratie zelfstandig is gebleven. In het archief van de polder treffen we derhalve enkele registers en katernen aan die tevens werden gebruikt voor de polder Nieuwenhoorn en soms zelfs zijn opgenomen in het archief van de polder Nieuwenhoorn. Door het plaatsen van verwijzingen is getracht de gebruiker van de inventaris op het bestaan van die bescheiden attent te maken.
Het archief van de polder Nieuwe Gote bevindt zich in een goede materiële toestand, zodat restauratie van bescheiden niet noodzakelijk bleek. Bovendien is het archief redelijk compleet bewaard gebleven. Niettemin bevat het polderarchief diverse leemten, waarvan hiervoor reeds enkele zijn genoemd. Vooral het ontbreken van de keur uit 1871 moet als bijzonder vervelend worden beschouwd. In het algemeen kunnen we stellen dat een groot deel van de ingekomen stukken, daterend van voor omstreeks 1940, zoek is geraakt.
Tot deze ingekomen stukken behoren onder andere de besluiten van de ambachtsheer tot benoeming van bestuursleden en de verzoekschriften van de ingelanden voor de begrinding van de polderwegen. Voorts zijn de tekeningen van het stoomgemaal, de bescheiden met betrekking tot de bouw van heulen, een deel van de begrotingen en enkele rekeningen verdwenen. Uit een brief van 30 december 1947 weten we dat diverse documenten en kaarten verloren zijn gegaan als gevolg van het bombardement van 3 maart 1945 waarbij het voorgebouw van de Provinciale Griffie, waar die bescheiden toen werden geraadpleegd, is verwoest.
Bij het vervaardigen van de inventaris in 1948 heeft de Provinciale Inspectie getracht, en gedeeltelijk met succes, om ontbrekende bescheiden op te sporen, onder meer door de poldersecretaris te bewegen te informeren bij de erfgenamen van een vorige secretaris. *  Dit is echter niet gelukt voor de bescheiden die hiervoor zijn genoemd.
Met betrekking tot de bescheiden van na 1940 moeten ook enige leemten worden vermeld. In een inventaris die rond 1958 door de secretaris moet zijn opgemaakt van de bescheiden daterend van na 1900, wordt gesproken over brievenboeken die zijn bijgehouden van 6 januari 1940 tot 9 december 1948 en van 21 december 1948 tot 6 april 1954. Deze registers zijn bij de inventarisatie niet aangetroffen en ook de oud secretaris-penningmeester deelde desgevraagd op 25 maart 1977 mede niet op de hoogte te zijn van de verblijfplaats van deze brievenboeken.
Pogingen om nog ontbrekende bescheiden op te sporen zijn voor een deel zonder resultaat gebleven. In 1979 kwam wel een register tevoorschijn met allerhande gegevens over het gebruik van gemaal De Klomp, bijgehouden door de machinist A. de Geus gedurende der periode 1930-1966 (zie inv.no. 204). Dit register kon dankzij de heer L.A. Steijl, de laatste machinist van het gemaal, aan het polderarchief worden toegevoegd en dat geldt tevens voor enige bescheiden over dit gemaal, daterende van 1950 en 1957, die in 1982 werden overgedragen. Bij de ontruiming van het voormalige gemeentehuis van Nieuwenhoorn kwamen in 1987 door ijverig speurwerk van de heren H. van Kralingen en J.J. Walters enige oude stembiljetten te voorschijn, terwijl op 26 augustus 1987 van de fam. A. Mol te Vierpolders, via mevrouw L.C.J. Nieuwenhuizen-Piek te Klaaswaal, enige publicaties over de periode 31 januari 1870 tot 2 april 1871 werden overgedragen.
Op 23 februari 1989 werden tenslotte door de heer A. Mol te Vierpolders enige aanslagbiljetten over de periode 1864-1872 en 1876 overgedragen.
Het archief is in 2017 overgedragen aan het Stadsarchief Rotterdam.
Inhoud en structuur van het archief
Verantwoording
Aanwijzingen voor de gebruiker
Opmerkingen openbaarheidsbeperkingen

Kenmerken

Datering:
(1773) 1811-1973
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Polder Nieuwe Gote onder de gemeente Nieuwenhoorn, (1773) 1811-1973
Auteur:
L.W. Hordijk en H. Stuger
Plaats van uitgave:
Rotterdam
Jaar van uitgave:
2020
Overheid of particulier:
Overheid