Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de bescheiden die deel uitmaken van het archief van de polder, staat ons een lijst ter beschikking, die in 1874 is opgemaakt in verband met de benoeming van een nieuwe secretaris. De in deze lijst beschreven bescheiden zijn alle bij de inventarisatie van het archief aangetroffen.We moeten echter wel bedenken, dat de in de genoemde lijst beschreven bescheiden berustten onder de afgetreden secretaris en dienden voor de lopende administratie. De archiefstukken, die niet meer voor de lopende administratie van belang waren, zijn vermoedelijk niet in deze lijst opgenomen.
Blijkens een aantekening op de lijst bevonden de rekeningen van ontvangst en uitgaaf over de periode 1857 tot en met 1871 zich in een kast op de raadkamer van Zwartewaal en berustte de sleutel van deze kast bij de heer Kwak. * 

Het moet als vaststaand worden beschouwd dat het archief rijker moet zijn geweest; in de vergadering van het polderbestuur, gehouden op 29 december 1857 wordt bijvoorbeeld gesproken over de notulen van de vorige vergadering, waaruit afgeleid kan worden dat een ouder notulenboek moet hebben bestaan. In de rekening over 1856 wordt gesproken over het nadelig slot van de rekening over 1855; behoudens dit nadelig slot is van deze rekening niets bewaard gebleven en ook de rekeningen van voor die tijd zijn zoek.

Het is derhalve waarschijnlijk dat in de genoemde kast op de raadkamer wel wat te vinden zou zijn geweest. In 1877 heeft het gemeentebestuur van Zwartewaal naar aanleiding van een circulaire van Gedeputeerde Staten het voornemen opgevat om medewerking te verlenen aan de inventarisatie van het oud archief en daarbij ook het polderarchief te betrekken. Bij dit voornemen is het echter gebleven; niettemin is de brief van het gemeentebestuur, die hiernaast is weergegeven, als een voorbeeld van schoonschrijfkunst in het archief bewaard gebleven. * 

Het archief van de polder vanaf 1860 is grotendeels compleet bewaard gebleven, behoudens dat de gaarderboeken over de periode van 1888 tot 1960 ontbreken; het gaarderboek van voor 1859 is trouwens eveneens zoek. Het polderarchief werd, zoals hiervoor reeds vermeld, in een kast op de raadzaal van Zwartewaal bewaard. In deze raadzaal werden ook de vergaderingen van het bestuur en de stemgerechtigde ingelanden gehouden. Op 1 januari 1954 kwam daaraan echter een eind, omdat een huurprijs van f. 65,-- per jaar door het polderbestuur als onaanvaardbaar hoog werd ervaren. *  De vergaderingen werden vanaf die datum gehouden in het gemaal de Holle Mare, behoudens de vergaderingen van stemgerechtigde ingelanden van 2 augustus en 28 december 1972, die werden gehouden in het café restaurant "de Witte Raaf" te Zwartewaal.

Bij brief van 20 juni 1962 liet het gemeentebestuur vervolgens weten, dat aan de bewaring van het polderarchief in de raadzaal een eind moest komen, maar het polderbestuur reageerde niet op dit schrijven, ook niet na een gezonden aanmaning. Het gemeentebestuur dreigde dan ook bij brief van 24 december 1963 het archief te vernietigen. Zover is het echter niet gekomen, omdat in 1964 het polderarchief tot omstreeks 1950 werd geplaatst in de archiefbewaarplaats van het waterschap De Brielse Dijkring.

Op 1 januari 1964 trad het polderbestuur toe tot de afdeling registratuur van de Unie van Waterschappen, zodat een bescheiden begin werd gemaakt met de ordening van het polderarchief volgens de code van de genoemde Unie. *  Van deze code is echter geen blijvend gebruik gemaakt; het archief van na 1964 werd grotendeels geordend volgens het zogenaamde notulenstelsel.

Het aldus gevormde archief is niet lang na de opheffing van de polder overgebracht naar de archiefbewaarplaats van het waterschap De Brielse Dijkring. In 1976 is door schrijver dezes een voorlopige inventaris opgemaakt, die is uitgegeven door het genoemde waterschap. Deze voorlopige inventaris kan door het gereedkomen van deze inventaris vervallen.

Het archief is in 2017 overgedragen aan het Stadsarchief Rotterdam.