Uw zoekacties:

5148 Archief van de Polder De Vierpolders onder de gemeente Vierpolders

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
Geschiedenis van het archief
5148 Archief van de Polder De Vierpolders onder de gemeente Vierpolders
Archiefvorming
Geschiedenis van het archief
Titel:
Geschiedenis van het archief
Als gevolg van de scheiding tussen polder en gemeente rond 1811 werden de bescheiden uit het ambachtsarchief van Vierpolders met betrekking tot de zorg voor de waterstaatswerken naar aanleiding van een besluit van het Departementaal Bestuur van Schelde en Maas d.d. 10 juni 1800 en van latere besluiten in het begin van de vorige eeuw op grond van het transmissiebeginsel bij het polderarchief gevoegd.
De opsplitsing van het ambachtsarchief van Vierpolders heeft op enigszins merkwaardige wijze plaatsgevonden, omdat allerhande bescheiden tot het polderarchief zijn gevoegd, die daar in feite niet thuis horen en anderzijds buiten het polderarchief zijn gelaten, hoewel die daarin wel verwacht mogen worden.
De inventaris van het archief die op 30 december 1862 werd opgemaakt in verband met de benoeming van de nieuwe secretaris-penningmeester, de heer H.W. Croes, geeft ons een eerste inzicht van de bescheiden uit het ambachtsarchief, die tot het polderarchief werden gerekend: * 
a. 11 oude registers van vroegere administraties, gedeeltelijk beschadigd, zijnde bodboeken, registers van successies, weesboeken en registers van raming;

b. 4 bestedingenboeken van wateringen van 1755 tot en met 1862 (2 boeken van 1755 - 1800);

c. 5 resolutieboeken van 1719 tot en met 1862 (3 boeken van 1719 -1811);

d. Een pakket rekeningen van vroegere successies en andere gemenelandsmiddelen vanaf 1736 tot en met 1806;

e. Een pakket rekeningen van de ordinaire en extra ordinaire verponding vanaf 1701 tot en met 1811;

f. Een pakket rekeningen wegens het mei- en bamisschot vanaf 1700 (tot en met 1811);

g. Een kaart van de polders Zwartewaal en Vierpolders in Rijnlandse maat (18e eeuw?);

h. De grote kaartatlas van 1690;

i. Het veldboek van Vierpolders, 1735.

In 1961 heeft de secretaris-penningmeester, de heer M. Mol, een lijst opgemaakt van de onder hem berustende bescheiden van het polderarchief. * 
Hoewel deze lijst onvolledig is, omdat het oudste gedeelte van het archief zich reeds te 's-Gravenhage bevond orn onder leiding van de Provinciaal Inspecteur der gemeente- en waterschapsarchieven te worden geïnventariseerd, bevat de lijst toch nog diverse bescheiden, afkomstig uit het ambachtsarchief.

We kunnen onder andere de volgende bescheiden noemen:

a. Akte van overeenkomst aangaande de afwatering door de haven van Zwartewaal, 1737;
b. Conventie tussen baljuw en leenmannen van Voorne met enig ambachtsheren, 1771;
c. Akten van transport van een enige percelen grond, 1725;
d. Stukken betreffende de geldheffingen van 1798, 1799 en 1800;
e. "Vergadering van schepen", 1681;
f. Ordonnantie op het recht van Klein zegel, 1794;
g. Brief van 27 januari 1765, afkomstig van de heer Van Leijden.

De met de hand getekende kaarten van de polder De Vierpolders, vervaardigd door de heer P. Lelijzee in 1735, die op 23 februari 1989 van de familie A. Mol te Vierpolders in ontvangst werden genomen, mogen tevens worden gerekend tot de bescheiden uit het ambachtsarchief, die eertijds naar het polderarchief zijn overgebracht.
Bij de beschrijving van de bestuursinrichting van de polder is vermeld dat voor 1811 geen apart polder- of gemeentebestuur aanwezig was. Het verdient derhalve aanbeveling om de bescheiden van voor 1811, die in het polderarchief zijn aangetroffen, samen te voegen met de bescheiden van het ambacht Vierpolders (Nieuwland) van voor 1811, die zijn aangetroffen in het gemeentearchief van Vierpolders en als één afzonderlijk archief te beschouwen.
De Provinciaal Inspecteur is bij de inventarisatie van de archieven met betrekking tot Vierpolders, overigens in tegenstelling tot andere in het gebied door de Inspectie bewerkte polderarchieven, van dezelfde grondslag uitgegaan.
Dit resulteerde in 1960 in een door de heer G.F. Sandberg opgemaakte inventaris van het ambachtsarchief en het gemeentearchief alsmede in een inventaris van het polderarchief, opgemaakt door T. Verboom en J.H. Streefland in 1964. * 
De huidige inventarisatiewerkzaamheden behelzen in eerste instantie een algehele herziening van de inventarissen van het ambachtsarchief en het polderarchief, die mede noodzakelijk is om nog niet opgenomen archiefgedeelten en de aanwinsten te kunnen beschrijven. Van het ambachtsarchief zal te zijner tijd een aparte inventaris verschijnen.
Wanneer we ons willen verdiepen in de lotgevallen van het polderarchief zijn we genoodzaakt enige jaren verder in de tijd terug te gaan dan het tijdstip waarop de bewuste scheiding van gemeente en polder plaatsvond.
Op 24 augustus 1802 vond in het rechthuis van Vierpolders een vergadering plaats van schout, schepenen en (gecommitteerde) ingelanden, waarbij de schout in zijn functie als secretaris meedeelde dat "de polders" nimmer voorzien waren geweest van een secretariekast tot berging van boeken en papieren. * 
Ziehier terloops een verklaring, waarom het ambachtsarchief ons in een minder gunstige materiële toestand is nagelaten.
De secretaris meende dat in de bestaande toestand verbetering gebracht kon worden door het maken van een nieuwe secretariekast met voldoende afdelingen of loketten.
De heren bestuursleden waren overtuigd van de noodzaak om een nieuwe kast te laten maken, zodat de secretaris werd gemachtigd daarvoor zorg te dragen en de daaraan verbonden kosten in rekening van de polders te brengen onder de uitgaven wegens "het Bree". Wanneer de geachte lezer bij het hoofdstuk financiën goed heeft opgelet, zal de betekenis van de aanduiding "het Bree" nog wel bekend zijn.
De betreffende loketkast moet in hetzelfde jaar zijn gemaakt omdat het verfwerk aan de nieuwe gemaakte secretariekast in de rekening over 1802 is verantwoord, hoewel de leverantie van de kast in de rekening over 1803 is terug te vinden.
De leverantie vond plaats door Cornelis de Breur, timmerman te Brielle, voor een bedrag van ƒ. 120 --:-- terwijl het verfwerk werd uitgevoerd door Johannes Jongejan voor ƒ. 15:10:--. * 
De archiefkast uit 1802 werd vermoedelijk niet geplaatst in het rechthuis van Vierpolders, maar in de woning van de schout/secretaris. Bovendien moet deze kast aanvankelijk mede zijn gebruikt voor het gemeentearchief van Vierpolders; de functie van polderschout en schout(burgemeester) werden in de eerste helft van de 19 eeuw ook door dezelfde persoon vervuld. In de notulen van een op 28 oktober 1822 gehouden vergadering van het gemeentebestuur - de notulen van het polderbestuur ontbreken uit die periode - lezen we dat de papieren en verdere archieven van de secretarie van deze gemeente zich vooralsnog bevonden in het huis te Brielle, bewoond geweest door de heer H.M. van Andel, onder bewaring van zijn zoon P. van Andel. * 
De secretariekast, later uitsluitend door het polderarchief in gebruik genomen, werd in 1837 niet overgebracht naar de in dat jaar gereed gekomen nieuwe vergaderkamer, maar bleef bij de schout/secretaris P. van Andel berusten.
Pas in 1850 werd de secretariekast overgebracht naar Vierpolders, immers in de rekening over dat jaar lezen we het volgende: * 

Betaald aan de timmerman Jan van der Reijden Leendertszoon te Brielle in voldoening zijner verdiensten en verschotten tot het afbreken, vervoeren en weder opslaan op de raadkamer van de secretariekast, tot bewaring der archieven der polder in 1850 ƒ. 7,27.

De eerste inventaris van het polderarchief werd, zoals gezegd, op 30 december 1862 opgemaakt in .verband met de benoeming van H.W. Croes als secretaris-penningmeester. * 
Deze inventaris stelt ons in staat een indruk te geven van de bescheiden, die toen tot het polderarchief werden gerekend en die zich, aldus het opschrift van de inventaris, bevonden in de kast in de raadkamer. We zijn daarbij vooral geïnteresseerd in de vermelding van bescheiden, die bij de huidige inventarisatie van het archief niet zijn aangetroffen. In eerste instantie wordt gewag gemaakt van 5 resolutieboeken vanaf 1719 tot 1862. Met de kennis dat de periode van 1719 tot 1811 wordt bestreken door 3 resolutieboeken, moeten de notulen over 1811 tot en met 1862 zijn vervat in 2 delen. Bij de inventarisatie is slechts één notulenboek aangetroffen, over de periode van 1856 tot 1862 (later bijgehouden tot 1904). Een onderzoek in de rekeningen leert ons, dat in 1823 door. de boekverkoper Boers te Brielle een nieuw resolutieboek werd geleverd * 
Uit deze vermelding mogen we afleiden dat het verdwenen resolutie- of notulenboek loopt van 1823 (1822) tot 1855 en dat er redenen zijn om aan te nemen dat over de periode 1811 - 1822 ook notulen zijn opgemaakt, die in 1862 al verdwenen zijn.
Voorts maakt de inventaris uit 1862, waarvan de inhoud op de vorige bladzijden is afgebeeld, melding van een perceelsgewijze kadastrale legger met bijbehorende stukken uit 1856, stukken betreffende de invoering van het kadaster en twee polissen van brandwaarborging van de watermolen (1835) en de keet met de schuur (1842). Deze bescheiden zijn ook niet in het polderarchief aangetroffen.
Een volgende inventaris dateert van 22 april 1880, opgemaakt in verband met de benoeming van eem nieuwe secretaris-penningmeester, de heer J.M. van der Lugt Melsert. * 
Deze inventaris beschrijft alleen de bescheiden, die berustten ten huize van de afgetreden secretaris-penningmeester H.W. Croes te Brielle. De oude stukken en registers, aldus de inventaris, berusten in de polderkast op de rechtkamer. Tot de bescheiden die zich bij de secretaris-penningmeester bevonden, behoorden onder andere de twee hiervoor genoemde polissen en het notulenboek over de periode 1822 - 1855.
Het bewuste notulenboek moet derhalve na 1880 zijn verdwenen. Uit de inventaris van 1880 blijkt dus dat toen niet alle archieven meer in de se-cretariekast werden bewaard, maar dat de secretaris-penningmeester de bescheiden, die hij voor zijn dagelijkse werkzaamheden nodig had, thuis bewaarde. Daartoe behoorde ook de bewuste atlas of het kaartboek van Voorne, omvattende 32 kaarten!
Bij de ingebruikneming van de nieuwe vergaderkamer in 1883 moet de secretariekast ongetwijfeld naar die kamer zijn overgebracht. Wanneer tijdens de bewuste vergadering van l juni 1938 werd gesproken over de huur van de raadzaal, deelde de heer D. van Geest mede dat in de huurprijs ook rekening was gehouden met een ruimte voor een (de) kast. Het polderbestuur had tevoren trouwens tijdens een op 14 augustus 1935 gehouden vergadering besloten om een brandkast aan te schaffen ten behoeve van de polderbescheiden.
Deze brandkast zal wel meer zijn gebruikt voor de kostbaarheden en de waardepapieren dan voor archiefbescheiden. * 
In 1959 ging de toenmalige Provinciaal Inspecteur der gemeente- en waterschaps-archieven in Zuid-Holland zich bemoeien met de inventarisatie van de archieven met betrekking tot Vierpolders. Deze bemoeiingen leidden, zoals hiervoor reeds vermeld, in 1964 tot een inventaris van het polderarchief vervaardigd door T. Verboom en
J.H. Streefland. * 
In 1961 had de secretaris-penningmeester, de heer M. Mol, reeds een lijst gemaakt van de onder hem berustende archiefbescheiden, later opgenomen in de inventaris uit 1964. Deze door de Provinciale Inspectie vervaardigde inventaris, die 222 nummers telt en het archief tot omstreeks 1950 beschrijft, kunnen we als een eerste volledige en bruikbare inventaris beschouwen .
Het aldus geïnventariseerde archief werd niet teruggebracht naar Vierpolders ; omdat aldaar geen brandvrije bewaarplaats voorhanden was, maar in bewaring gegeven aan het waterschap De Brielse Dijkring. * 
De voormalige secretaris-penningmeester, de heer M. Mol, stond bekend als een persoon met belangstelling voor de geschiedenis van Vierpolders en dus voor het polderarchief. Deze belangstelling kwam zeker ten goede aan het polderarchief, alleen al door het feit dat hij bij vernietiging van de daarvoor in aanmerking komende bescheiden een vergaande terughoudendheid betrachtte. Hij verzocht bijvoorbeeld de Provinciaal Inspecteur om de bijlagen van de rekening, die volgens de voorschriften voor vernietiging in aanmerking kwamen, terug te mogen ontvangen!

Na de opheffing van de polder in 1973 werden de nog onder de voormalige secretaris-penningmeester berustende bescheiden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van het waterschap.
Dit archiefgedeelte maakte mede door een ongeschoond voorkomen de indruk van volledig te zijn, maar bij een eerste bewerking van dit archief bleek al spoedig dat van volledigheid geen sprake kon zijn; een belangrijk deel moest nog berusten in Vierpolders. In 1980 bracht de heer A. Mol, zoon van de genoemde secretaris-penningmeester, een grote hoeveelheid bescheiden van de polder De Vierpolders over de periode 1798 - 1973, waaronder de bijlagen tot de rekening van na 1850. Over de noodzaak van een zekere schoning van bijlagen na 1850 kan geen twijfel bestaan. Maar een niet eerdere vernietiging gaf de mogelijkheid om deze bijlagen zorgvuldig te bestuderen en daaruit de bescheiden, die nieuwe of aanvullende informatie op het reeds aanwezige polderarchief geven, af te zonderen en buiten een vernietiging te houden!
De bijlagen bevatten onder andere aanvullende gegevens omtrent de uitvoering van waterstaatkundige werken, terwijl bovendien een belangrijke aanvulling op de briefhoofdenverzameling werd verkregen.
Bij de in 1980 verkregen aanvullingen is het niet gebleven. In de zomer van 1987 kwam bij het leeghalen van een schuur bij familie A. Mol te Vierpolders onder andere de al meerdere malen genoemde secretariekast te voorschijn. Deze archiefkast is eertijds namelijk niet overgebracht naar het dorpshuis van Vierpolders, een gebouw dat zoals we weten vanaf 1970 tevens als vergaderkamer van het polderbestuur fungeerde. Het is naast de medewerking van de heer A. Mol vooral te danken aan mevrouw
L.C.J. Nieuwenhuizen-Piek te Klaaswaal dat uit deze kast en elders te voorschijn gekomen bescheiden konden worden toegevoegd tot onder andere het archief van de polder De Vierpolders.


Op 11 augustus 1987 werden van haar de volgende bescheiden in ontvangst genomen:

1. Lijsten van stemgerechtigde ingelanden, 1939, 1940;
2. Kohieren van omslag, 1937, 1943;
3. Begrotingen wegens het mei- en bamisschot, 1936, 1937;
4. Begrotingen wegens de stichtingskosten van het stoomgemaal, 1936 - 1939;
5. Begrotingen (gezamenlijke omslagen), 1939, 1943;
6. Rekening wegens het mei- en bamisschot, 1937;
7. Rekening wegens de binnenlandse omslag, 1937;
8. Rekening wegens de stichtingskosten van het stoomgemaal, 1937;
9. Rekening (gezamenlijke omslagen), 1938.
Deze aanwinsten kunnen we beschouwen als de ontbrekende schakels in enige vrijwel volledig bewaard gebleven series. De materiële toestand van deze bescheiden is weliswaar niet uitmuntend in tegenstelling tot het overige polderarchief, maar restauratie bleek toch niet noodzakelijk.
De minder goede materiële toestand van de genoemde aanwinsten is voornamelijk te wijten aan de wel zeer ongunstige plaats waar de secretariekast de laatste tijd was verscholen. De schuur waar deze kast stond vertoonde namelijk enige lekkage, vooral wanneer het regende. Dit had niet alleen fnuikende gevolgen voor de uit 1802 daterende kast, maar ook op de inhoud daarvan.
De in zeer slechte staat verkerende secretariekast is na ontdekking met medewerking van de heer A. Mol uit de schuur gehaald en terstond in opdracht van het waterschap De Brielse Dijkring gerestaureerd. * 
Dit meubelstuk kan worden gezien als de enig bewaard gebleven antieke archiefkast van de voormalige polders, wanneer we de kasten van de Hoogheemraadschappen Voorne en Putten buiten beschouwing laten. De restauratie kwam in 1988 gereed en wie dat wil kan deze opnieuw in gebruik genomen kast bewonderen in het waterschapshuis.
Bij de inventarisatie van het polderarchief bleek dat enige recente financiële bescheiden, waaronder de rekeningen uit 1967 en 1972, ontbraken.
Op 23 februari 1989 kwam de heer A. Mol echter met een stapeltje documenten, waaronder zich deze en andere bescheiden bevonden met betrekking tot het archief van de polder De Vierpolders. Deze stukken kunnen als volgt worden omschreven:

1. Stukken betreffende de zorg voor het archief en aantekeningen over de geschiedenis van de polder, 1959 - 1963 (waaronder de inventaris uit 1961);
2. Stukken betreffende de invordering van de omslag, 1973;
3. Stukken betreffende de verpachting van het grasgewas en enige weilanden, 1941, 1957;
4. Begroting van ontvangst en uitgaaf, 1969;
5. Brief van Gedeputeerde Staten over de goedkeuring van de rekening over 1968, 1969;
6. Dagboek van inkomsten, 1972 - 1973;
7. Dagboek van uitgaven, 1972 - 1973;
8. Rekening van ontvangst en uitgaaf, 1967;
9. Gecombineerde rekening/begroting van ontvangst en uitgaaf, 1969/1970; met bijbehorende stukken;
10. Rekening van ontvangst en uitgaaf, 1972;
11. Akte van transport van enige gronden, bestemd om tot watergang vergraven te worden, 1954;
12. Bekendmaking ontwerp-keur van het dijkleger van het Hoogheemraadschap van Voorne, 1929;
13. Lijst houdende een opsomming van ronde bouten in enige gebouwen, die in de polder dienen als vaste punten ten opzichte van het N.A.P., (ca. 1940);
14. Stukken betreffende het verbreden en verdiepen van de watergangen in het kader van de werkverschaffing, 1938;
15. Stukken betreffende de aankoop van gronden, bestemd om tot watergang vergraven te worden, 1938 - 1940.
Vervolgens kwam de heer A. Mol op l juni 1990 met nog enige aanvullende bescheiden:
1. Stukken betreffende vergunningen tot het leggen van buizen ten behoeve van de drinkwatervoorziening, 1956;
2. Kaarten betreffende het verbreden en verdiepen van de watergangen in het kader van de werkverschaffing rond 1938 (7 stuks);
3. Kaarten betreffende het voorlopig plan van wegen en waterlopen ten behoeve van de ruilverkaveling rond 1970.

Laatstelijk bracht mevrouw L.C.J. Nieuwenhuizen-Piek op 13 juli 1990 nog enige bescheiden, waaronder de al enige malen genoemde inventaris van het polderarchief uit 1880.
Zoals hiervoor reeds is vermeld werd in 1960 een inventaris opgemaakt van het ambachtsarchief en het gemeentearchief, waarbij is getracht een scheiding van deze archieven met het polderarchief tot stand te brengen. Het is begrijpelijk dat bij de uitvoering van een dergelijk omvangrijk werk enige minder juiste beslissingen werden genomen.
Onder het hoofdstuk "gedeponeerde archieven" wordt het archief van de penningmeester van de omslag tot het onderhoud van de zandvoetpaden in het land van Voorne beschreven (inv. no. 649 - 658).
Inderdaad bevat dit archief enige stukken die daartoe gerekend kunnen worden en derhalve zijn gevoegd bij dit archief, beschreven in inventarisreeks nr. 8.
Een ander deel behoort echter tot het ambachtsarchief van Vierpolders, terwijl de rest (inv. no. 652 en 653) behoort tot het polderarchief en daarin als zodanig is opgenomen
(zie inv. no. 340 en 342).
Een vluchtig onderzoek van enige nummers uit het gemeentearchief van Vierpolders met een "verdachte" omschrijving leverde nog enkele verrassende resultaten op. De onder inv. no. 417 beschreven kaart aangevende de grenzen der gemeente uit 1862 blijkt de reglementskaart te zijn van de polder De Vierpolders, terwijl de onder inv. no. 419 beschreven inventaris uit 1862 de zo belangrijke inventaris van het polderarchief is. Tenslotte is gebleken dat enige in deze inventaris vermelde stukken betreffende de invoering van het kadaster, een deel van de onder inv. no. 574 beschreven bescheiden, tot het polderarchief behoren. Al deze stukken zijn derhalve weer teruggebracht en in het polderarchief beschreven (inv. no. 15 ged., 60 en 64).
De bewerking van het archief van de polder De Vierpolders heeft veel tijd in beslag genomen. Bijzondere moeite diende daarbij besteed te worden aan de opsporing en de bewerking van de bijlagen van de rekeningen over de perioden 1808 - 1820, enerzijds omdat deze bijlagen niet waren gescheiden (mei- en bamisschot/binnenlandse omslag) en anderzijds omdat nogal merkwaardige dateringen werden gebruikt. In het hoofdstuk financiën is daarover genoegzaam geschreven. Het archief van de polder De Vierpolders kan als tamelijk volledig worden beschouwd, vooral door de grote hoeveelheid aanvullingen, verkregen in de periode van 1980 tot 1990 door bemoeiingen en de uitbundige medewerking van de heer A. Mol te Vierpolders en mevrouw L.C.J. Nieuwenhuizen-Piek te Klaaswaal. Niettemin zijn er nog diverse leemten te signaleren, waartoe het al enige malen genoemde notulenboek van 1822 - 1855 behoort. Voorts kunnen we onder andere noemen de meeste bescheiden omtrent de gehouden verkiezingen over de periode 1900 - 1930, de perceels-gewijze legger (het gaarderboek) uit 1856, het kohier van omslag over 1971, de begrotingen van 1895, 1903 en 1915, akten van openbare aanbesteding van het onderhoud van de watermolen van voor 1847, de reeks verzoekschriften tot begrinding van wegen alsmede enige rekeningen aangaande deze begrinding en de stukken betreffende het geschil met de heer J. van der Linde Pzn. over de openbaarheid van de Oudedijk (omstreeks 1965 - 1972).
Verdere opsporingen van ontbrekende bescheiden brachten weliswaar enig licht in de huidige verblijfplaats van het bewuste kaartboek, vermeld in inventarissen van 1772, 1788, 1799, 1862 en laatstelijk van 1880, maar "de bezitter" beschouwt deze atlas nu als particulier bezit en zo zien we voor de streek kostbare bescheiden, met de finish (de polderconcentratie van 1973) voor ogen, alsnog voor het nageslacht verloren gaan. * 
Het archief stond bij Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg bekend onder archiefnummer 012 en is in 2017 overgedragen aan het Stadsarchief Rotterdam.
Inhoud en structuur van het archief
Verantwoording
Aanwijzingen voor de gebruiker
Opmerkingen openbaarheidsbeperkingen

Kenmerken

Datering:
(1801) 1811-1973
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Polder De Vierpolders onder de gemeente Vierpolders, (1801) 1811-1973
Auteur:
L.W. Hordijk
Plaats van uitgave:
Rotterdam
Jaar van uitgave:
1990 (2020)
Overheid of particulier:
Overheid