Uw zoekacties:

5164 Archief van de Polder Heenvliet

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
Geschiedenis van het archief
5164 Archief van de Polder Heenvliet
Archiefvorming
Geschiedenis van het archief
Titel:
Geschiedenis van het archief
Het archief van de polder Heenvliet kan men, vooral wanneer dit archief vergeleken wordt met de archieven van omliggende polders rekenen tot een min of meer compleet archief.
De oorzaak waardoor veel van het archief van de polder bewaard is gebleven en het ook in een goede materiele toestand bevindt moeten we in de eerste plaats zoeken in het feit dat dit archief van ouds werd bewaard in een polderkast in het raadhuis van de gemeente Heenvliet en niet bij de secretaris zelf.
Het polderbestuur bezat namelijk van ouds bepaalde rechten op het raadhuis van Heenvliet, niet alleen voor het houden van vergaderingen, maar ook als bergplaats voor het archief. In een kohier van 1732 wordt gezegd dat het "Raethuis" in tweeën wordt gebruikt, enerzijds door de Heer van Heenvliet en anderzijds door het polderbestuur. * 
Sterker nog, uit de overeenkomsten van 1881 en 1906, waarbij het gemeentebestuur van Heenvliet wordt toegestaan een gedeelte van het genoemde gebouw als gemeentehuis in gebruik te nemen, blijkt dat het polderbestuur en de ambachtsvrouw van Heenvliet elk voor de helft de eigendomsrechten bezitten van dit raadhuis. * 
Vanaf 1931 maakt het polderbestuur echter gebruik van een vergaderzaal in het nieuwe gemeentehuis van Heenvliet. De eigendomsrechten van het polderbestuur op het oude raadhuis werden verkocht aan de familie Lamaison te Heenvliet. * 
Het archief van de polder werd tevens overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente, waarin het heeft berust tot 1975, het jaar waarin het is overgebracht naar de archiefbewaarplaats van het waterschap De Brielse Dijkring. Een in 1849 opgemaakte inventaris geeft ons een beeld van de bescheiden, die toen tot het archief van de polder behoorden. * 
Dat veel van het archief van de polder bewaard is gebleven neemt niet weg dat ik een aantal in de genoemde inventaris van 1849 beschreven bescheiden niet heb aangetroffen; hiertoe behoren onder andere:
1) een authentiek polderreglement of keur van 1563 (= 1536);
2) een reglement op de heulen, wegen enz. van de Grondpolder uit 1589;
3) bijlagen tot de rekening van ontvangst en uitgaaf wegens het ordinair schot;
4) stukken betreffende de benoeming van dijkgraaf en heemraden;
5) een akte van aandeel in de onderlinge Brandwaarborg Maatschappij voor de beide watermolens uit 1831.
De reglementen van 1536 en 1589 worden in de inventaris (plaatsingslijst), die omstreeks 1973 opgemaakt is, nog vermeld, terwijl bij een in 1973 gehouden tentoonstelling over de geschiedenis van de polders op Voorne en Putten het authentiek reglement van 1536 tentoongesteld zou zijn. * 
Nader onderzoek naar de mogelijke plaats waar deze reglementen berusten heeft echter niets opgeleverd. Het nieuwe archief van de polder, dat ik heb aangetroffen, was hoofdzakelijk chronologisch geordend, terwijl de bescheiden van na omstreeks 1960 gedeeltelijk zaaksgewijs zijn geordend.
Van dit nieuwe archief moet nog vermeld worden dat de ingekomen stukken over de periode van 1913 - 1943 gedeeltelijk ontbreken. Ook de plaats waar deze bescheiden berusten heb ik niet kunnen achterhalen. In sommige gevallen blijkt, dat door het ontbreken van deze ingekomen stukken het verloop van bepaalde zaken en rechtshandelingen niet precies meer is na te gaan, doordat in zulke gevallen alleen de minuten van uitgaande stukken, voor zover niet ingeschreven in de zogenaamde brievenboeken, de nodige informatie moeten geven.
Tijdens de inventarisatie van het archief heb ik een aantal bescheiden aangetroffen, die niet tot het polderarchief gerekend kunnen worden. Een aantal van de als rekeningen wegens het ordinair en extra ordinair schot beschreven rekeningen bleken echter rekeningen van de kerkmeesters en armenrekeningen te zijn. Daarnaast heb ik een aantal bescheiden aangetroffen waarvan vaststaat dat ze behoren tot het gemeentearchief van Heenvliet, waaraan zij dan ook zijn toegevoegd. Een aparte plaats nemen de akten in, die betrekking hebben op de aanstelling van de vroedvrouwen.
Deze akten zijn eertijds op grond van het transmissiebeginsel toegevoegd bij het polderarchief omdat, zoals hiervoor reeds vermeld, de vroedvrouwen, hoewel door baljuw, burgemeesteren en schepenen aangesteld, door het polderbestuur werden betaald. Op grond hiervan heb ik deze bescheiden ook in het polderarchief opgenomen. Dit is niet het geval bij de rekeningen wegens de ordinaire en extra ordinaire verponding, die evenals de bescheiden met betrekking tot de aanstelling van de vroedvrouwen reeds in de inventaris van 1849 worden vermeld. Deze rekeningen zijn eertijds mogelijk in het polderarchief opgenomen, omdat hierin onder andere de onderhoudskosten van de zandvoetpaden werden verantwoord, onderhoudskosten die later door het polderbestuur in zijn rekeningen werden verantwoord.
Ik meen dat in dit geval het transmissiebeginsel op de onjuiste manier is toegepast, temeer daar ik van mening ben dat het gebruik van dit ordeningsbeginsel zoveel mogelijk moet worden vermeden.
Een deel van het polderarchief is in het verleden ondergebracht in het huisarchief van de vrijheren van Heenvliet, dat wordt bewaard in het gemeentearchief van Rotterdam.
Dit geldt trouwens niet alleen voor het polderarchief maar ook voor het gemeentearchief van Heenvliet. De samensteller van de inventaris van het huisarchief heeft dat weliswaar onderkend, maar hij heeft deze archieven niet van het huisarchief afgezonderd. * 
Hiervoor heb ik vermeld, dat bij de inventarisatie van het polderarchief enige kerkrekeningen en armenrekeningen zijn aangetroffen, rekeningen die ook worden genoemd in de inventaris van het huisarchief, zodat de indruk wordt gewekt dat deze rekeningen tot dat genoemde archief zouden behoren. Het leek mij dan ook een goede zaak om de betreffende bescheiden te doen ruilen, zodat zowel het polderarchief als het huisarchief meer tot hun recht kunnen komen.
Als gevolg van deze ruiling kreeg het waterschapsbestuur de beschikking over de bescheiden, in het huisarchief beschreven onder de inventarisnummers 643, 651, 653 en 658. Hoewel ook andere bescheiden tot het polderarchief gerekend kunnen worden - hierbij denk ik bijvoorbeeld aan de onder inventarisnummer 650 beschreven stukken betreffende de aanstelling van dijkgraaf en heemraden waartussen zich ook een reglement van orde voor de vergaderingen van dijkgraaf en heemraden bevindt - is het niet altijd mogelijk om aan te tonen, dat deze bescheiden ook tot het polderarchief behoren.

Ik heb hieronder bij wijze van een concordans aangegeven onder welk inventarisnummer de door ruiling verkregen stukken zijn ondergebracht:

- inventarisnummer 643 huisarchief wordt inventarisnummer polderarchief 111 (ged.)

- inventarisnummer 651 huisarchief wordt inventarisnummer polderarchief 190 (ged.), 384 (ged.), 385, 386 (ged.)

- inventarisnummer 653 huisarchief wordt inventarisnummer polderarchief 83, 190 (ged.), 216 (ged.), 217 (ged.), 272 (ged.), 365, 384 (ged.), 430, 465.

- inventarisnummer 658 huisarchief wordt inventarisnummer polderarchief 255.
Het archief stond bij Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg bekend onder archiefnummer 057 en is in 2017 gelijk met een kleine onbeschreven aanvulling overgedragen aan het Stadsarchief Rotterdam.
Inhoud en structuur van het archief
Verantwoording
Aanwijzingen voor de gebruiker
Opmerkingen openbaarheidsbeperkingen

Kenmerken

Datering:
1510-1973
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Polder Heenvliet, 1510-1973
Auteur:
L.W. Hordijk
Plaats van uitgave:
Rotterdam
Jaar van uitgave:
1980 (2020)
Overheid of particulier:
Overheid