Ondanks dat het archief van de Gemeentepolitie Rotterdam al decennia lang beschikbaar gesteld wordt bij het Stadsarchief Rotterdam, was er slechts een plaatsingslijst zonder veel context beschikbaar. Bij de groeiende belangstelling voor vooral de documenten uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog in dit archief begonnen de nadelen daarvan steeds meer te knellen. Er is besloten om het gehele archiefblok 1845-1949 beter te ordenen, en alleen de documenten uit de periodes 1914-1919 en 1939-1945 te voorzien van context en een uitgebreide beschrijving. De beschrijvingen van de andere documenten zijn ongewijzigd overgenomen uit de plaatsingslijst. De gevolgen van deze keuze zijn vooral duidelijk te zien bij de algemene correspondentie. De ingekomen en uitgaande stukken uit de periodes van beide wereldoorlogen zijn inhoudelijk beschreven, bij de stukken uit de andere jaren staan alleen volgnummers vermeld. Om de inhoud van dit rijke archief beter voor het voetlicht te brengen zijn onorthodoxe keuzes gemaakt. Niet alleen is gekozen om sommige documenten beter te beschrijven dan anderen, bij algemene series zoals de ingebonden correspondentie zijn subjectieve criteria gebruikt om onderwerpen te benoemen in de beschrijvingen. Als er slechts enkele onderwerpen in een band voorkwamen staan ze allemaal genoemd, als het er meer dan 10 waren zijn er onderwerpen uitgelicht die specifiek de oorlogssituatie belichten of om een andere reden interessant lijken voor de huidige klant. Vanzelfsprekend maakt dit de inventaris minder lang “houdbaar”. De series rapporten van de verschillende politiebureaus zijn per afdeling geordend, zodat duidelijker is welk werkgebied zij hadden. Bij de reorganisatie van de politieafdelingen in 1936 is een cesuur gemaakt omdat de nummers van de afdelingen veranderden.

In de Tweede Wereldoorlog zijn er bij de politie kort na elkaar 2 grote reorganisaties geweest, die in 1946 grotendeels weer werden teruggedraaid. Omdat de periodes zo kort waren en het verder meestal niet terug te zien was in de archiefstukken komen deze veranderingen niet in de ordening tot uiting. Alleen de aparte serie correspondentie van de recherche is bij dit onderdeel geplaatst.In een aantal gevallen zijn er inventarisnummers gesplitst en apart beschreven. Het gaat hier om de processen-verbaal uit 1940-1946, en enkele stukken betreffende bombardementen en de identificatie van slachtoffers daarvan. Voor het overige zijn alle dossiers intact gebleven. Ook aan de nummering van de stukken is niets gewijzigd. Bij deze inventaris horen verschillende zoekhulpen die uitleg geven over de bronnen en adviseren waarin men moet zoeken bij veel voorkomende informatievragen.