Uw zoekacties:

672 Archief van de Gemeentelijke Telephoondienst en de Raadscommissie voor de Telephoondienst

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
672 Archief van de Gemeentelijke Telephoondienst en de Raadscommissie voor de Telephoondienst
Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
Titel:
Geschiedenis van de archiefvormer
Op 3 september 1895 besloot de Rotterdamse gemeenteraad het Rotterdamse telefoonnet m.i.v. 1 oktober 1896 zelf in beheer te nemen; in de periode hiervoor was de Gemeentelijke Telephoondienst opgericht. Het was gewenst dat het Centraal Bureel, waar de telefonisten zaten, die de verbindingen tussen de geabonneerden tot stand brachten, in het centrum van de stad was gelegen. De Nederlandsche Bell Telephoon Mij. had daartoe een pand op het West Nieuwland, later aan de Kaasmarkt ter beschikking; de gemeente vond een geschikte plaats in een verdieping boven de Vleeshal aan de Botersloot. tot directeur werd benoemd de heer F.W. Hudig, de vroegere administrateur van de afd. Rotterdam van de Nederlandsche Bell Telephoon Mij.
Na de benoeming in 1912 van Ir. H.C.A. Boom werd de bestaande centrale uitgebreid en na 1918 werden nevenbureaus ingericht. In de jaren na 1921 vond de automatisering van het Rotterdamse telefoonnet plaats. Ir. Boom kocht voor zijn centrales het Ericsson-stelsel met schakelaars voor 500 uitgangen. Tijdens de crisis van de jaren dertig daalde het aantal aansluitingen. Toen PTT tot automatisering van het Nederlandse Telefoonnet had besloten, werd het land verdeeld in telefoondistricten.
In 1924 stelde Burgemeester en Wethouders van Rotterdam aan de Minister van Waterstaat voor langs de Nieuwe Waterweg een streeknet te vormen. Hiermee werd beoogt dit in economisch opzicht zo nauw met Rotterdam samenhangend gebied telefonisch als één geheel te beschouwen.
In 1935 werd het telefoondistrict Rotterdam opgericht. Toen op 14 mei 1940 Rotterdam door het bombardement werd getroffen, werd het Centraal Bureau aan de Botersloot ten dele verwoest. In 1940 werd de Rotterdamse Telephoondienst op aandringen van de Duitse bezetter door de PTT overgenomen. Zie voor de verdere geschiedenis het artikel van F.W. van der Haer: De Rotterdamse Telefoondienst, Rotterdams Jaarboekje, reeks 06, Jaargang 9, 1961.
Geschiedenis van het archief
Inhoud en structuur van het archief
Verantwoording
Aanwijzingen voor de gebruiker
Opmerkingen openbaarheidsbeperkingen

Kenmerken

Datering:
(1852) 1895-1942
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Gemeentelijke Telephoondienst en de Raadscommissie voor de Telephoondienst, (1852) 1895-1942
Auteur:
J.C.A. van Dongen
Plaats van uitgave:
Rotterdam
Jaar van uitgave:
2020
Overheid of particulier:
Overheid