Zoeken in archieven

Maartje Cornelisdr van der Meer, weduwe van Arij Davidsz Konijnenburg en de voogden Dirk Jansz Burghoorn en Jacob Leendertsz Kruijning, over de dochter van Arij Davidsz Konijnenburg en zijn vorige echtgenote Marijtje Leenderts Kruijning, genaamd Kommertje Konijnenburg. Zij hebben de boedelinventaris opgemaakt en in orde bevonden.
Inventaris van de boedel van Arij Davidsz Konijnenburg en zijn weduwe Maartje Cornelisdr van der Meer. Testament van Arij Davidsz Konijnenburg en Maartje Cornelis van der Meer bij notaris Schipper d.d. 22 oktober 1733 en wonende in het Zuideinde van Berkel en Rodenrijs. Zij benoemt haar zoon Claas Pietersz Kraan en haar dochter Catharina Pieters Kraan uit haar huwelijk met Pieter Kraan elk voor een derde deel. Als zij de langst levende is erft zijn zoon uit zijn vorige huwelijk een turfschip met toebehoren en zij zal de dochter Kommertje Konijnenburg de som van 100 gulden betalen. Tot voogden over hun minderjarige erfgenamen benoemen zij Dirk Burghoorn, wonende alhier en Jacob Leenderts Konijnenburg, wonende aan de Bergweg en Hendrik Groenevelt en Hendrik van der Ende, beide wonende alhier. 10 partijen land en water, de boedellasten aan Maarten Jansz van Kapellen, Arij van der Kest en Catharina Hekkenhoek, weduwe van der Kemp, koehoudster; Pieter van Buijtene, impostmeester te Delft; Gabriel van der Kooij; Arij Gerritsz Klapwijk, gaarder van het molengeld; Balthazar Antheunisz Brouwer, in de brouwerij van de vis tot Delft;