Zoeken in archieven

Adriaen van der Linden, koopman, machtigt N.N., wonend in Franckendael (Frankenthal) in Duitsland, om voor hem van Pauls de Hulter, koopman te Amsterdam, tegenwoordig te Franckendael, de betaling te eisen van een wisselbrief van 1260 gulden, die voldaan dient te worden aan Jean Hellincx.

Anthonij Panneel machtigt Arnout Voskuijl, klerk ter secretarie van Amsterdam, om voor hem de voldoening te eisen van een zeker vonnis, dat gewezen is in zijn voordeel en ten nadele van de weduwe van Roelof Haije, betreffende de betaling van 17 gulden ter zake van geleend geld.

Dirc van Husse, koopman, machtigt zijn broer Johan van Husse, wonend te Utrecht, om voor hem te mogen accorderen en de actie te verkopen die hij heeft ten laste van Gose Stevensen, gehypothekeerd op het huis en de hofstede van genoemde Stevensen, gelegen onder Rhenen in de Mars.

Ambroise de Brisbar machtigt Louis Faucer?, procureur in bailliage Ferté-au-Col in Frankrijk, om voor hem de overeenkomst te bekrachtigen die gesloten is met zijn moeder Charlotte de Coustart, weduwe van Pierre de Brisbar, waarbij arbiters waren Abdias le Clerc, fiscaal te Ferté-au-Col en de genoemde Louis Faucer.