Zoeken in archieven

Op verzoek van Pieter Jansz van der Venne, j.g. verklaart Hendrick Jongbloet, 26 jaar weduwnaar van Adriaentgen van der Venne wonende te Amsterdam dat wijlen zijn genoemde vrouw door overlijden van haar bestevader Davidt Jansz Muys gelden zijn toegevallen die Maerten Janssen Vermeulen als haar voogd onder zich heeft geslagen; wel heeft hij gelden ontvangen, verdiend door Johannis van der Venne, in dienst van de Oost-Indische Compagnie te Delft, op zijn reis naar Oost-Indien.

Op verzoek van Barent Janssen Bock, scheeptimmerman wordt een verklaring afgelegd door Jan Dircksen Cogel, 68 jaar huystimmerman, Adriaen Maertensen, 56 jaar huystimmerman en Govert Pietersen, 49 jaar huystimmerman, betreft de hoogte van de verkoopprijs van een erve, loods en huis door Cornelis Ariensen Cousijn aan genoemde Bock verkocht volgens akte gepasseerd voor Niclaes van der Hagen, notaris in vergelijking met de verkoopprijs van andere transacties t.w. door Joost Jansz, scheeptimmerman in de Boompges, grootvader van de weeskinderen van zijn zoon Gerrit Joosten en van wijlen Alewijn Jacobsz Pinckeveer aan de Scheepmaeckershaeve.

Op verzoek van William Atkinson, Engelsman, schipper van het schip de Sara, verklaren Jan Couly, 45 jaar Engels coopman, Thomas Snaith, Engels edelman 25 jaar en William Blackston, 20 jaar door vertaling van Jacob Crop, Engelsman dat een aantal zich aan boord van genoemd schip bevindende canarivogels zijn gestorven doordat zij gedurende een storm bij Brouwershaven op verzoek van Anthoni Delrey, fransman, vogelvercooper, onder een zeer benauwd luik zijn gezet en gestikt. Genoemd schip kwam van Sgravesin in Engelant en had ook paarden aan boord van de Koningin van Bohemen.

Op verzoek van William Atkinson, Engelsman, schipper van Lonnen in Engelant op het schip de Sara, verklaren Pieter Grinfil, 50 jaar, stierman, Jan Penny, 40 jaar en Michiel Wilskin, 18 jaar door vertaling van Jan Couly, Engels coopman,Jan Voet, Engels coopman dat een aantal zich aan boord van genoemd schip bevindende canarivogels gestorven zijn doordat zij gedurende een storm bij Brouwershaven op verzoek van Anthoni Delre, fransman, vogelvercooper, onder een zeer benauwd luik zijn gezet en gestikt of door gebrek aan water en voer overleden. Het schip vertrok op 31.01.1640 uit Sgravesin in Engeland.