Zoeken in de beeldbank

Aelbert Thomisz Vermeulen, compasmaker, als schuldenaar, en Jan Jans Paap, verklaren schuldig te zijn aan Maria van Soelen, dochrter van Maria Kievit, de somma van 800 gulden ter zake van geldlening.

Jan Thijssen en zijn vrouw Aechje Leenderts benoemen elkaar tot erfgenaam met een bepaling t.a.v. eventuele kinderen.

Adriaen Pieters Groenrijs verkoopt aan Gerrit Jacobs van Musschen voor 9500 gulden een huis aan de oostzijde van de Oude Kerckstraet, belend aan Wouter Cornelisz de Leeuw, Pietertje Gerrits van Dobbe en haar zuster en Jan Heyndricx Oly, belast met 28 schellingen Hollants 's jaars. Hij geeft een onderpand op de helft van het huis, genaamd de Vogel Struis, aan de Meulensteech.

Willen Reyniers Verlinde, wever, verkoopt aan Isaac Karels van den Bogaert te Sonnemare buiten Brouwershaven een huis aan de westzijde van de Santstraet, belent aan Koert Jans, Sarel den hoedenmaker en Jacob Cornelisz, scheeptimmerman, met een vrije gang tot in de Peperstraet. Verder nog een huisje aan de oostzijde van genoemde gang, evenzo uitkomende in de Peperstraet, belend aan Jasper N.N., sackedrager, alles voor de somma van 3400 gulden.