Het elevatorhuis

Al snel na de oprichting van GEM in 1908 is er voldoende geld in kas om een hoofdkantoor te bouwen aan de Parklaan. Het ontwerp wordt gemaakt door Michiel Brinkman. Die is als adviseur betrokken bij de totstandkoming van de spraakmakende Van Nellefabriek, maar het Elevatorhuis dat in 1915 wordt opgeleverd is een heel wat traditioneler gebouw. Althans: zo ziet het er van buiten uit, maar van binnen is het voor die tijd wel degelijk modern. Zo wordt het pand centraal verwarmd en is er zelfs een lift.

Ook in de decoratie straalt het kantoor luxe uit. Boven in de voorgevel prijkt een keramisch reliëf met een zeeschip dat wordt gelost door graanelevators. Het is ontworpen door de bekende Rotterdamse kunstenaar Bernard Richters en uitgevoerd door de Porceleyne Fles in Delft. Een ander Delfts bedrijf, atelier Prinsenhof van Jan Schouten, levert glas-in-loodramen voor de directiekamer. Hierop is onder meer te zien hoe graan met de hand wordt gelost vóór de komst van de elevator. De ramen worden tegenwoordig bewaard door Museum Rotterdam.
 

 image

Het Elevatorhuis aan de Parklaan 8 in 2007. Foto via Wikipedia. 

Vordering

De GEM en vanaf 1939 ook de holding HES gebruiken slechts een deel van het 1200 m2 grote pand. De rest wordt verhuurd, voornamelijk aan bedrijven en organisaties die te maken hebben met de haven. In 1937 huurt W.N.H. (Willy) van der Vorm, de latere directeur van de HAL, ruimte in het Elevatorhuis. Hij heeft die nodig voor zijn werk als waarnemend consul-generaal van Denemarken. In april 1940 zegt hij de huur op en legt hij zijn functie neer ‘om redenen samenhangende met de ontwikkeling der internationale toestanden’. Die redenen zijn uiteraard het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog: op 9 april is Duitsland Denemarken binnengevallen.

In mei 1940 is Nederland aan de beurt. Het Elevatorhuis staat buiten het gebombardeerde gebied en kan voorlopig ‘gewoon’ worden gebruikt door de GEM en de HES. Dat verandert in juli 1941. De Wehrmacht neemt twee kamers in gebruik en het kost veel moeite om de overeengekomen huur daadwerkelijk te ontvangen. Eind april 1942 vertrekken de Duitsers, maar de rust is tijdelijk: vanaf 16 november 1943 wordt het hele pand door de Wehrmacht gevorderd. De directie huurt ruimte in het Beursgebouw, de rest van het personeel verhuist naar het kantoor aan de Brielselaan.

Na de bevrijding kunnen GEM en HES nog niet meteen over hun hoofdkantoor beschikken. Het wordt enkele maanden gebruikt door de Town Mayor, die het Engelse gezag vertegenwoordigt en door de Marine.

 

Herstelwerk

Vanaf 1 februari 1946 is het pand weer helemaal beschikbaar voor GEM en HES. Die beginnen met een grondige inventarisatie van de schade. Er zijn tapijten beschadigd en vermist, meubilair is kapot, lampen en sleutels zijn zoekgeraakt, ruiten zijn stuk en de tuin is een ruïne. Bovendien moet het hele pand worden schoongemaakt en ontsmet. De schade die door de Duitsers is veroorzaakt en de huur die zij hadden moeten betalen, worden geclaimd bij de Schade Enquête Commissie. Voor claims op de geallieerden is er een Centraal Bureau Vergoeding Militaire Vorderingen.

De afwikkeling duurt jaren, maar dan is het Elevatorhuis weer in volle glorie hersteld. Het blijft tot 1976 in gebruik bij HES en GEM, daarna wordt het verkocht aan de Demir-Halk Bank Nederland. Het is de tijd dat kantoren overal worden voorzien van verlaagde plafonds en kabelgoten. De huidige eigenaren laten deze wijzigingen voor zover mogelijk ongedaan maken. Zij doen dat in samenwerking met architectenbureau Van den Broek en Bakema, de opvolger van het bureau dat het ontwerp maakte. Het Elevatorhuis is nu een bedrijfsverzamelgebouw. Wie eens een kijkje achter de voordeur wil nemen, kan er terecht op Open Monumentendag.