Financiële consequenties, bezoekersaantallen en erfenissen
 

De manifestatie werd financieel geen succes. Een jaar na de sluiting van C70 werd duidelijk dat het evenement een tekort had opgeleverd van vier miljoen. Dit bedrag kwam bovenop de vijf miljoen die gemeente beschikbaar had gesteld. Op enkele attracties werden zelfs zware verliezen geleden. Dit is ook de reden dat het oorspronkelijke plan om een aantal van deze attracties een vaste plek in Rotterdam te geven mislukte. Verkopen was goedkoper dan afbreken en elders weer opbouwen. Zo gingen Havodam en kabelbaan niet naar het Park bij de Euromast, maar werden beide verkocht aan het Eurostrand in Valkenswaard en verhuisde het Dolfinarium uit de Leuvehaven naar Zeeland.

Over de bezoekersaantallen van C70 is lastig iets te zeggen aangezien het evenement zich afspeelde in de gehele binnenstad en in de wijken. Kunstenaars en andere groeperingen uit de jaren ’70 waren kritisch op de financiering en de organisatie van het C70 maar het Rotterdamse publiek waardeerde het evenement vanwege de gezelligheid en de sfeer in de binnenstad. Uit een onderzoek uitgevoerd door het Instituut voor Huishoudelijk Onderzoek kwam naar voren dat ruim 80 procent ondervraagden behoefte voelde aan continuering van de gebeurtenissen en gelegenheden van C70 in de binnenstad.