Zoeken

Lijsbeth Cornelisdr de Moij, vrouw van Gijsbert van den Bosch, wijncooper, herroept haar op 23-12-1647 voor notaris Vitus Mustelius opgemaakt testament. Legaten komen toe aan haar kinderen, waarbij zij haar dochter Maria Gijsbertsdr van den Bosch prelegateert. Haar goederen komen toe aan haar man. Mocht haar man eerder overlijden dan komen deze toe aan haar moeder.

Lijntgen Jansdr van der Linden, weduwe van Abraham Hendericxsz, herroept haar in januari 1656 voor notaris Pieter de Paus opgemaakt testament. Zij benoemt haar zusters Aechien Jansdr van der Linden en Maijken Jansdr van der Linden, alias Maijken Liefhebbers, alsmede de kinderen van haar zuster Pleuntgen Jansdr van der Linden tot erfgenamen. Catalina Liefhebbers, dochter van Pleuntgen, ontvangt een uitkering.

De ziekelijke Betgen Coopmans, vrouw van Gerrit Reijersz van Blommerswaert, legateert Neeltgen Egbersdr, Maertgen Gerritsdr en Dirck Jansz, varentman. Zij benoemt haar zuster Maria Coopmans, vrouw van Michiel Eijckemans tot erfgenaam. Ingeval van haar vooroverlijden benoemt zij Jan Danielsz, zoon van haar overleden zuster Aeltgen Coopmans, en Reijer Gerritsz van Blommerswaert, zoon van haar man, tot erfgenamen.

Het echtpaar Heindrick Pijl en Maertgen Lambrechtsdr wonende aan de Delftserijweg in Beuckelsdijck, beide ziek, benoemen elkaar wederzijds tot erfgenaam. Als Maertgen eerder overlijdt dan haar man, dient haar man 50 gulden uit te keren aan Magdaleentge Jansdr, halfzuster van de testatrice. Als Heindrick eerder overlijdt dan zijn vrouw, dient zijn vrouw 50 gulden uit te keren aan Cornelis Pietersz, halfbroer van de testateur en zoon van Pieter Ariensz Pijl.