Gebouwen van het Heilige Geesthuis

Algemeen

Op deze pagina vindt u informatie over de verschillende gebouwen waar het Heilige Geesthuis in was gevestigd.

Oudste gebouw

Het Heilige Geesthuis werd gesticht bij de Oostpoort aan het einde van de Hoogstraat. In deze buurt bevonden zich ook het Oude Vrouwenhuis (gesticht in 1455) en het Stedelijk Gasthuis. Toen in 1563 een felle brand bijna het gehele oostelijke deel van Rotterdam verwoestte, brandde ook het Heilige Geesthuis af. Op ongeveer dezelfde plek werd een nieuw gebouw opgetrokken. Tot aan de achttiende eeuw werd er aan het complex voordurend gebouwd en verbouwd en het werd telkens uitgebreid. Helaas zijn er geen afbeeldingen van dit gebouwencomplex overgeleverd.

Hoogstraat

Oudemannenhuis

Het gebouw van het Burgerlijk Armbestuur in de Hoogstraat (voormalig Oudemannenhuis).
Het gebouw van het Burgerlijk Armbestuur in de Hoogstraat (voormalig Oudemannenhuis). Tekening uit ong. 1910

In 1704 kregen de regenten van het stadsbestuur toestemming voor nieuwbouw aan de Hoogstraat. De architect werd Sander de Bruyn. In 1707 was het Oudemannenhuis klaar. Het gebouw telde drie verdiepingen en had een oppervlakte van 40 bij 31 meter. Boven de hoge zandstenen entree bevonden zich links en rechts twee imposante beelden van een rijke en een arme man.

Het Oudemannenhuis was door zijn omvang een van de opvallendste panden aan de Hoogstraat. Ook het interieur was luxe uitgevoerd, hetgeen niet gebruikelijk was, want aan liefdadigheidsinstellingen werd over het algemeen niet veel geld uitgegeven. Er was een grote marmeren hal van 7 ½ bij 8 meter. Een wandbord bevatte alle namen van het stadsbestuur, de regenten, de bouwmeester en de eerste-steenlegger. De wanden van de imposante regentenkamer, die naast de hal was gelegen, hadden een betimmering in Louis XVI-stijl. De meubels waren in dezelfde stijl uitgevoerd. De versierde hoge schouw was voorzien van een schoorsteenstuk van de befaamde Rotterdamse schilder Adriaen van der Werff. Verder hing er een regentenstuk van de schilder Jan Daemen Cool. De regentenkamer werd bij toeristen al snel een bezienswaardigheid.

Regentenkamer

Interieur Regentenkamer. Collectie 4201, XX-61-01-01
Interieur Regentenkamer. Collectie 4201, XX-61-01-01

Bij de verkoop van het pand aan de Hoogstraat in 1898 aan de stad, was vastgelegd dat het bestuur van het Heilige Geesthuis de betimmering, het meubilair en de inventaris van de regentenkamer terug zou krijgen. Het geheel zou in de nieuwe locatie aan de Gerard Scholtenstraat in de regentenkamer worden ondergebracht. Maar met de gedwongen verhuizing naar het Proveniershuis in 1806 waren de stukken over de stad verspreid geraakt en onder meer ondergebracht op de kamers van verschillende gemeenteambtenaren. Zo stonden de twaalf antieke stoelen op het kantoor van de gemeentearchivaris. Uiteindelijk leverde teruggave geen probleem op en de regentenkamer aan de Gerard Scholtenstraat kon in stijl worden ingericht. Blikvanger van de regentenkamer was het regentenportret van kunstenaar Huib Luns. Ook de archiefkist, voorzien van imposante sloten, nam in de pronkkamer een prominente plaats in. Naast de regentenkamer ontwierp Verheul een apart ‘regententoilet’ uitgevoerd in Delfts blauw. De betimmering, het meubilair, en een haardscherm bevinden zich naast de bronzen luiklok en een kist voor de persoonlijke bezittingen tegenwoordig in Museum Rotterdam. Het Delfts blauwe toilet is in de Gerard Scholtenstraat achtergebleven.

Proveniershuis

Het Heilige Geesthuis moest in 1806 het gebouw aan de Hoogstraat afstaan aan de stad Rotterdam. Volgens het stadsbestuur was het Oudemannenhuis een gemeentelijke instelling. De gemeente dwong de regenten hun intrek te nemen in het vervallen Proveniershuis (het oude Leprozenhuis) aan de Schiekade. Toen de regenten weigerden, werden ze ontslagen.

De nieuwe regenten, die beloofden de stad te gehoorzamen, installeerden zich enkele dagen later. De ontruiming van het Oudemannenhuis vond plaats in april 1806. Eén provenier weigerde te vertrekken en men liet hem achter onder toezicht van een conciërge. Met de verhuizing raakte ook het meubilair over verschillende instellingen verspreid. De fraaie houten stoelen kwamen terecht in de werkkamer van de gemeentearchivaris aan de Mathenesserlaan. Het fraaie pand aan de Hoogstraat werd daarna voor diverse doeleinden gebruikt. Omdat er weinig aan onderhoud werd gedaan, raakte het in verval. In 1939 werd het gesloopt.

Gerard Scholtenstraat

Vanwege een nieuw wegenplan moest het Proveniershuis in 1898 worden gesloopt. Daarop kocht het bestuur van het Heilige Geesthuis een stuk grond aan de Gerard Scholtenstraat, een nieuwbouwwijk in het noordoosten van de stad. De Rotterdamse architect Jan Verheul Dzn. ontwierp een gebouw in neoklassieke stijl. Boven de ingang bracht hij een duif, het symbool van de Heilige Geest, aan. In tegenstelling tot het exterieur was het interieur bijzonder sober. Het dagverblijf en de slaapzaal waren eenvoudig ingericht. Het pand vereiste veel onderhoud en had last van lekkages en tocht. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwamen er ventilatie en een betere verwarming. Het kostbare onderhoud van het huis was een van de redenen om het begin jaren zeventig te verkopen. Daarmee kwam er na ruim 500 jaar een einde aan het bestaan van het Heilige Geesthuis.

Overige panden

Het Heilige Geesthuis bezat een veertigtal kleine huisjes, bedoeld als gratis woningvoorziening voor arme Rotterdammers. Ze werden toepasselijk ‘geefhuisjes’ genoemd en waren klein en eenvoudig. De huisjes werden voor het merendeel bewoond door oudere, alleenstaande vrouwen maar er verbleven soms ook moeders met kinderen. In 1912 werden de huisjes aan de Vrouwenhuisgang aan de gemeente verkocht maar de bewoners mochten er blijven wonen. Dit duurde niet lang want na afbraak in 1914 van het Oudevrouwenhuis verdween de steeg. De huisjes aan de Lombardstraat werden tijdens het bombardement van 14 mei 1940 verwoest.

Meer over het Heilige Geesthuis

Heilige Geesthuis

Een invloedrijk instituut

Het Heilige Geesthuis Rotterdam werd rond 1434 door Aelwijn Floriszoon gesticht. Er werden arme mannen verzorgd die hulp nodig hadden. Het Heilige Geesthuis bestond tot 1972 en was een van de oudste 'verzorgingstehuizen' van Nederland. De Stichting Heilige Geesthuis bestaat nog wel. Zij zet zich als fonds in voor de modernisering van de ouderenzorg.