Verhalen over het bombardement
Verhalen uit de stad tijdens het bombardement van 14 mei 1940.
Gedenkzuiltje voor de slachtoffers van broodfabriek Ceres.

Broodfabriek Ceres
Engelbertus werkt als broodbezorger bij de Broodfabriek Ceres in de Warmoeziersstraat. Ook deze dinsdag. Rotterdam is al een paar dagen in oorlog maar Engelbertus gaat gewoon naar zijn werk. Hij neemt zijn 11-jarige zoon Hendrikus mee. Kort nadat het luchtalarm afgaat wordt de Warmoeziersstraat getroffen door bommen en de daaropvolgende brand. Vader en zoon komen om het leven. Van de 42-jarige Engelbertus zijn slechts ‘resten met stofjas’ gevonden. Engelbertus en Hendrikus zijn in één kist begraven op begraafplaats Crooswijk.
In de broodfabriek komen die dag ten minste twaalf andere personen om het leven. De fabriek wordt volledig verwoest. De eigenaar, C.P.T. Ebling laat enkele maanden later op Begraafplaats Crooswijk een monumentje plaatsen ter nagedachtenis aan zijn omgekomen personeelsleden.
Verrast door het luchtalarm
Jenny en Cornelia wonen samen met hun twee zonen in de Commanderijstraat. Op 16 oktober 1939 wordt de derde zoon geboren. Jenny, vernoemd naar zijn vader. Als de jongste bijna 7 maanden oud is ligt hij heerlijk te slapen in de kinderwagen voor de deur. Cornelia gaat even boodschappen doen met de oudste twee terwijl haar man naar de bakker gaat. Ze laten Jenny slapen. Onderweg worden ze verrast door het luchtalarm. Cornelia wil terug maar dat mag niet. Met haar zonen schuilt ze in een pakhuis. Bij terugkomst blijkt het huis gebombardeerd te zijn. Van Jenny is niets meer teruggevonden.
Restanten van panden in de Teilingerstraat en Simonstraat.

Het jongste geregistreerde slachtoffer
Clasina wordt geboren op 26 april 1940. Ze is de jongste dochter van Johannes en Hendrika en het zusje van Maria. Het gezin woont in de 2e Lombardstraat. Tijdens het bombardement zijn Hendrika, Maria en Clasina in de Teilingerstraat. Misschien zijn ze er op bezoek?
Ze komen alle drie om het leven. Clasina is dan nog maar 19 dagen oud. Vader Johannes overleeft het bombardement. Op 7 juni doet hij bij de gemeente aangifte van het overlijden van zijn vrouw en kinderen.
De door het Duitse bombardement van 14 mei 1940 getroffen Goudseweg.

Zwaar getroffen gezin
Carl en Maria krijgen samen acht kinderen: zes dochters en twee zonen. De oudste zoon en dochter zijn in 1940 al het huis uit. Een andere dochter is inmiddels overleden. De anderen wonen nog thuis op de Goudscheweg. Als vader en zijn jongste zoon Herman boodschappen doen wordt de Goudscheweg nagenoeg geheel verwoest. Maria (63), Theresia (34), Maria (32), Carolina (27) en Josephina (20) komen om het leven. Vader en zoon worden liefdevol opgevangen door een bevriende familie.
Nog meer oorlogsleed
Het Joodse gezin van Mozes, Henriette en hun drie zonen woont op de Schooterboschstraat 29b. Hun buren hebben ook drie zonen. Bij het bombardement komt van beide gezinnen een zoon om het leven. Jacob van bijna 5 jaar en Antonius van ruim 9 maanden. Beide gezinnen moeten evacueren. Mozes en Henriette vertrekken naar Den Haag. Daar wordt het gezin opgepakt en op transport gezet. Mozes (32) wordt op 10 november 1942 vermoord in Mauthausen. Henriette (32), Mozes (8) en Hartog (4) worden op 17 september 1942 omgebracht in Auschwitz.
Handgeschreven briefkaart van 13 mei 1940.

Laatste briefkaart
Adrianus is vader van een groot gezin. Samen met zijn vrouw Anna heeft hij 10 kinderen. Ze wonen in de Bergstraat. Ook na het overlijden van Anna en het vertrek van hun kinderen blijft Adrianus daar wonen. Op 13 mei - de oorlog is al in volle gang - stuurt hij een briefkaart aan zijn ‘geliefde kinderen’ in Amsterdam. Hij schrijft dat alles goed gaat.
Als op 14 mei de Duitse bommen vallen, vlucht de 70-jarige Adrianus zijn huis uit en wordt dodelijk getroffen. Wanneer de briefkaart in Amsterdam arriveert is Adrianus al overleden. In totaal komen in de Bergstraat 12 mensen om.
Op 14 mei 1940 getroffen huizen aan De Savornin Lohmanlaan.

Voltreffer schuilkelder
De sirenes gaan af en veel mensen vluchten voor hun veiligheid naar de schuilkelder in de Savornin Lohmanlaan. Willem, Maria en hun kinderen Wim (12) en Marja (8) arriveren als laatste in de schuilkelder. Vader en moeder gaan op het trappetje bij de deur zitten, Marja bij de anderen in de kelder en Wim blijft bij het ventilatierooster staan. Hij wil weten wat er buiten gebeurt. Ineens is daar de voltreffer, chaos. Marja voelt brokstukken op haar voeten vallen. Dan wordt ze door iemand meegetrokken. Eenmaal buiten ziet ze ook haar broer Wim door het puin naar buiten kruipen. Haar vader en moeder kan ze niet vinden. Willem (45) en Maria (43) komen om. Bij de voltreffer op de schuilkelder in de Savornin Lohmanlaan komen 13 mensen om het leven.
De verwoeste Bagijnenstraat, gezien vanuit het westen.

Zwangerschap
Adriana trouwt op 26 juli 1939 met de 16 jaar oudere weduwnaar en loodgieter Hendrik. Ze gaan wonen in de Lambertusstraat. Adriana is al gauw in verwachting. Nog voor de bevalling komt Hendrik om het leven. Niet thuis maar in de Bagijnenstraat, in het centrum van de stad. Waarom was Hendrik daar? Vanwege werk? Ruim twee maanden na zijn dood bevalt Adriana van een tweeling, een zoon en een dochter. Helaas krijg Adriana ruim tien jaar later weer een klap te verwerken. Haar zoon Hendrik overlijdt.
Het oudste geregistreerde slachtoffer
Francina wordt geboren op 24 februari 1849. Ze is al op hoge leeftijd en woont in het Emmahuis aan de Schiekade, een complex voor 'ouden van dagen'. Ook het Emmahuis krijgt een voltreffer. Francina komt hierbij om het leven. Zij is dan 91 jaar en daarmee het oudste slachtoffer van het bombardement. In het complex aan de Schiekade komen ten minste 5 en mogelijk 7 mensen om het leven.
Aan het werk in Indië
Jacobus trouwt in 1930 met Bastiana. Samen krijgen ze zoon Jacob en dochter Maartje. Het gezin woont in de Bleekersteeg. Jacobus is matroos en is veel van huis. In 1940 vaart hij voor de Rotterdamse Lloyd op de SS Kedoe naar Indië. In Rotterdam wordt het huis met daarin zijn vrouw en twee kinderen verwoest. De stoffelijke resten van Bastiana (31), Jacob (8) en Maartje (3) worden op 19 mei onder het puin gevonden en dezelfde dag begraven op begraafplaats Crooswijk. Jacobus komt pas in augustus 1941 terug.
Verkeerde keuze
Pilade en zijn zoon Antonio komen in 1931 vanuit Italië via Duitsland naar Rotterdam om hier een nieuw bestaan op te bouwen. Pilade en Antonio werken hier als terrazzo-/granietwerker. Na enig zakelijk succes komt ook Pilade's vrouw Caterina, later volgt dochter Irma (Irene) tijdelijk vanuit Brussel en jongste zoon Guglielmo als laatste (dochter Teresa blijft in Italië). Zoon Antonio, zijn vrouw Jacoba en hun dochter Caterina wonen in de Agniesestraat. Tijdens de voor Italianen belangrijkste maaltijd, de lunch, is de familie bij elkaar in de Agniesestraat en vindt het bombardement plaats, waardoor de spaghetti op de muren eindigt. Een verkeerde keuze dus dit keer, Pilade en zijn dochter Irma zijn op slag dood. Kleindochter Caterina ‘Rina’ overlijdt ‘na negen dagen martelen’ aan haar verwondingen.

Geen feestdag
- Wilhemina wordt op haar 22ste verjaardag gevonden en begraven.
- Willem, inspecteur van politie, komt om op zijn 40ste verjaardag.
- Berendina overlijdt op de verjaardag van haar vader, ze is dan 31 jaar.
- Johannes overlijdt op zijn 7de verjaardag.
- Jacobus komt om op de verjaardag van zijn vrouw, hij is dan 77 jaar.
- Jan overlijdt op de 3e verjaardag van zijn broertje Johannes, hij is dan 5 jaar.
- Albertus sterft op zijn trouwdag, hij is dan 77 jaar.
Zwaar getroffen gezinnen
- Familie Loos, 9 doden.
- Familie De Wolff, 8 doden.
- Familie Van der heuvel, Van der Giessen, Maarleveld, Rijkers, Trijffel en Verweij, 6 doden.
- Familie Brands, Minnaar, Van Wilgenburg en Heinrich, 5 doden.
Locaties waar veel slachtoffers zijn gevallen
- De Doelen, Coolsingel, zeker 25 slachtoffers.
- Strafgevangenis, Noordsingel, 42 slachtoffers.
- Schuilkelder, Van Alkemadeplein, 23-35 slachtoffers.
- Broodfabriek Ceres, Warmoeziersstraat, 18-19 slachtoffers
De samenstelling slachtoffers 14 mei 1940
54% man
46% vrouw
135 0-18 jaar
Gemiddelde leeftijd 42 jaar
Verhalen die zijn uitgeschreven door Stichting Voorouder
Herman Bruins
Jacoba Ouwendijk
Gezin de Wolff
Theresia Hoornstra