Vrouwenstemmen uit de oorlog

In het Stadsarchief Rotterdam duiken bijzondere dagboeken op die een aangrijpend beeld geven van het dagelijks leven van vrouwen in de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog. De verhalen laten zien hoe zij de hongerwinter, voedseldroppings en de uiteindelijke bevrijding beleefden.

Johanna Maria Poulusse beschrijft in februari 1945 de schrijnende gevolgen van ondervoeding: kinderen sterven in ziekenhuizen en zelfs doodskisten zijn nauwelijks nog beschikbaar. Annie van der Made noteert hoe ze met een lege maag door de sneeuwstorm naar haar werk gaat, waar de temperatuur nauwelijks boven het vriespunt uitkomt.

In april 1945 ziet Stientje Klaver hoe Engelse vliegtuigen voedsel droppen boven Waalhaven en de Kralingse Plas. De eerste hap chocolade in jaren bezorgt haar een geluksmoment – al ergert ze zich aan de chaos bij het oprapen van de pakketten. 

De bevrijding komt aarzelend. Ada de Romph-de Natris noteert hoe op 5 mei nog twijfel heerst over het nieuws. Pas op 8 mei arriveren de geallieerden daadwerkelijk in Rotterdam. Terwijl de stad feestviert, worden zogenoemde ‘moffenmeiden’ publiekelijk vernederd.

Deze dagboeken zijn een waardevolle bron voor het herinneren van de oorlog vanuit vrouwelijk perspectief. Ze zijn te raadplegen bij het Stadsarchief, waarvan een deel ook digitaal beschikbaar is. In het kader van het Vrouwenjaar 2025 belicht het archief dit soort verhalen om de rol van vrouwen in de geschiedenis van Rotterdam zichtbaar te maken.

Annie van der Made aan haar schrijftafel
Dagboekenschrijfster Annie van der Made achter haar schrijftafel. Foto: Archief 273a, nummer 2021-112.

Vrouwenjaaractiviteiten elders in de stad

Meer weten over activiteiten in de stad in het kader van het vrouwenjaar? Ga dan naar de website Vrouwen van Rotterdam.

Naar de website