Sinds 1993 is het stadsarchief in het bezit van een omvangrijke fotocollectie van de Rotterdamse persfotograaf Lex de Herder. Na zijn het overlijden in 2000 is die collectie aangevuld met door De Herder verzamelde foto’s en negatieven van andere fotografen. Bij een recente inventarisatie viel op dat er erg veel beelden uit de Tweede Wereldoorlog en van kort na de bevrijding tussen zaten. De fotograaf was blijkbaar gefascineerd door de oorlogsjaren die hij als opgroeiende Rotterdamse jongen meemaakte.

De herkomst van de oorlogsfoto's

Een deel van de collectie is gemaakt kort na de bevrijding. Het zijn bijvoorbeeld beelden van de terugkeer van burgemeester Oud op de Coolsingel, de intocht van de eerste Canadese bevrijders en de feestelijke ontvangst van duizenden uit Duitsland gerepatrieerde mannen op het Station Delftsche Poort (DP). Dat sommige foto’s door de destijds 18-jarige De Herder zelf gemaakt zijn, blijkt uit de vaak nog wat haperende kwaliteit van de beelden. Meer professionele foto’s uit de oorlogsperiode heeft hij in zijn latere leven bij elkaar gebracht. Ze zijn naar alle waarschijnlijkheid afkomstig van zijn broer (fotograaf Dirk de Herder), zijn vader (amateurfotograaf Alle de Herder) en ook van de Rotterdamse fotograaf E.A. Hof bij wiens Foto Persbureau De Herder na de oorlog mocht komen werken.

 

Tenslotte zijn er nog de foto’s uit de periode 1940-1944 die gemaakt werden voor plaatsing het Rotterdamsch Nieuwsblad. Deze krant bleef tijdens de oorlogsjaren verschijnen en stond onder controle van het Duitse gezag. Het is vrij zeker dat Lex de Herder in zijn tijd bij het Rotterdamsch Nieuwsblad als chef van de fotoredactie (1967-1989) zich heeft ontfermd over deze reeks beelden uit de duistere periode van het Nieuwsblad.

Het Rotterdamsch Nieuwsblad in oorlogstijd

Het Rotterdamsch Nieuwsblad, in 1878 opgericht als onafhankelijk en vrijzinnig dagblad, besluit na de Duitse inval in mei 1940 te blijven verschijnen. Ook de meeste andere kranten geven gehoor aan de algemene oproep van de Nederlandse regering in ballingschap die luidde: ‘een ieder blijft op zijn post’ en zetten hun werk voort. Het maatschappelijk leven mag niet stilgelegd worden. Voor het Rotterdamsch Dagblad is dit geen eenvoudige opgave aangezien het bedrijf bij het bombardement van 14 mei 1940 volledig verwoest wordt.

Censuur : doorgaan of stoppen?

In de loop van de oorlog wordt de redactionele invloed van de bezetter op de berichtgeving in de pers steeds groter. Kranten die weigeren in de pas te lopen worden verboden. Andere dagbladen staken in 1941 en 1942 vanwege de censuur zelf hun werkzaamheden, vaak onder het mom van papierschaarste. Het R.N. maakt een andere afweging en blijft tot februari 1945 verschijnen. Hoewel de krant min of meer verplicht is Duitse berichtgeving over te nemen, staat het Rotterdams Nieuwsblad niet bekend als uitgesproken pro-Duits.

Na de bevrijding krijgt het R.N. een verschijningsverbod opgelegd. De Commissie voor Perszuivering doet onderzoek naar de rol van de krant in de oorlog en de politieke betrouwbaarheid van de zittende redactie. In afwachting van de uitkomst van het onderzoek verschijnt er in juni 1945 verantwoordingsdocument over het gevoerde beleid van de krant in de bezettingsjaren. Daarin zet de directie uitvoerig de overwegingen van de gemaakte keuzes uiteen. De belangrijkste reden om door te gaan, was het voorkomen van nazificering van de krant. “Wetend dat het blad niet zou verdwijnen als zij hun werkzaamheden staakten, hebben alle medewerkers van den Nieuwsbladstaf vijf jaar lang verzet geboden aan iedere poging hun krant te nazificeren.” Andere punten hebben te maken met het aanhouden het gehele personeelsbestand om zo arbeidsdienst in Duitsland te voorkomen. Ook blijkt de redactie regelmatig financiële en materiele steun te hebben verleend aan de illegale pers. Ondanks het uitgebreide verweer mag het Rotterdamsch Nieuwsblad pas weer uitkomen op 15 april 1946.

R.N. foto's 1940-1943 : Duitse propaganda

Met de toename van de papierschaarste is er vanaf 1943 steeds minder ruimte voor het plaatsen van beeldmateriaal in het Nieuwsblad. De meeste foto’s zijn dan ook terug te vinden in de kranten van de mei 1940 tot eind 1943. Zoals in de verantwoording over het gevoerde beleid van de redactie (juni 1945) te lezen is, maakten de vormgevers van het R.N. er een sport van de verplichte pro-Duitse foto’s zo slecht mogelijk af te drukken. Wat resulteerde in een bijna onherkenbare grijze vlek in de krant.

De fotonegatieven zèlf zijn van veel betere kwaliteit en geven een beeld van de aanvankelijke pogingen van de bezetter om de Nederlandse bevolking op geleidelijke en vriendelijke wijze voor het Nationaalsocialisme te winnen. De Duitse propaganda heeft een positieve inslag. De berichtgeving in het Rotterdamsch Nieuwsblad is de eerste jaren vrolijk en optimistisch. Over het drama rond het bombardement van 14 mei wordt bijvoorbeeld zoveel mogelijk gezwegen. 

Eén van de terugkerende thema’s in de beeldcollectie zijn de acties van de Winterhulporganisatie. De Winterhulp is eind 1940 ingesteld en daarmee zijn alle dan bestaande welzijns- en hulporganisaties verboden. De hulpverlening is uiteindelijk vrijwel uitsluitend bedoeld voor gezinnen met Nationaalsocialistische sympathieën waardoor de Winterhulp niet bepaald populair is onder de Nederlandse bevolking.

Kindervakanties
Ook de vele kinderuitzendingen, vakanties van kinderen naar Duitsland zijn ook regelmatig onderwerp in de pers. De uitwisselingen van Duitse en Nederlandse kinderen worden georganiseerd door de Nederlandse Volksdienst en dienen uiteraard voornamelijk een propagandistisch doel. De foto’s van groepen vrolijk zwaaiende kinderen op het treinstations staan in pijnlijk contrast de later bekend geworden verhalen en beelden van de Joodse (kinder-)transporten richting de vernietigingskampen in Duitsland en Polen.  

Over Lex de Herder (1927-2000)


Naast verzamelaar van de bovengenoemde beeldcollectie was Alex (Lex) de Herder in de eerste plaats fotograaf. Hij groeide op in de Provenierswijk als jongste zoon in een artistiek gezin. Vader Alle de Herder was musicus van beroep. Halfbroer Dirk begon als schilder en ontwikkelde zich al snel tot een bekend kunstzinnig fotograaf. Zo was hij enige tijd dé fotograaf van de Cobra-beweging.

Ook Lex kiest voor de fotografie. In 1946, op 19-jarige leeftijd, treedt hij in dienst van de Rotterdamse fotograaf E.A. Hof. Twee jaar later behaalt hij in Amsterdam het vakdiploma voor fotojournalist. Na zijn diensttijd in Indonesië wordt hij reclame- en bedrijfsfotograaf bij Fotobureau Johan Klaver. Vanaf 1967 start zijn carrière als fotoredacteur bij het Rotterdams Nieuwsblad. Voor Lex de Herder zijn werk en privé lastig te scheiden. Ook in zijn vrije tijd heeft hij de behoefte de geschiedenis van de stad in beelden vast te leggen en fotografeert het alledaagse leven op straat.

Bij zijn afscheid bij het Rotterdams Nieuwsblad in 1989 is een tentoonstelling met het werk van De Herder gehouden in de kelder van de Bijenkorf. Tegelijkertijd verscheen zijn fotoboek ‘Rotteurodam’. Na verkoop van zijn omvangrijke collectie negatieven en afdrukken aan het stadsarchief (1993) is het werk van De Herder tentoongesteld in de Archiefwinkel aan de Coolsingel. De Herder was een scherpe observator van de veranderende Rotterdamse samenleving.

 image


Rotterdamsch Nieuwsblad-fotograaf Lex de Herder aan het werk met zijn Rolleiflex-camera, ca. 1968. Fotograaf: Ary Groeneveld. Collectie Groeneveld (4121), documentnr. 10326-2.

Meer lezen

  • Perszuivering : de Nederlandse pers 1944-1951 / Jan Driever, Jan Brouwer. - Fibula-Van Dishoeck, 1984. Signatuur 37 F 55
     
  • Rapport betreffende het beleid, gevoerd in de jaren der bezetting, door het Rotterdamsch Nieuwsblad, juni 1945. - 41 p. Signatuurnummer XIII B 51
     
  • 'Rotterdam' gezien Lex de Herder - tentoonstelling in de Archiefwinkel / Rob Feringa. Stadsarchief, 1993
     
  • Rotteurodam : foto/mens/foto/mens/foto/mens/foto/mens / foto's: Lex de Herder; samenst. Jan Prins en Hans Soeters.  Sijthoff, 1989