Zoeken in adresboeken

Syburch Aeryens, vrouw van Pieter Harpersz, swaertveger, verklaart op verzoek van Jan Pietersz van Coyen, wonende alhier aan de Cingel, dat Van Coyen nu ca. 9 jaar geleden, toen getrouwd met Sara Wijnocx, haar keuken uitkomend achter haar huis in huur heeft gehad, en daar twee jaar heeft gewoond; na het overlijden van zijn vrouw heeft hij zijn meubelen moeten verkopen om zijn schulden af te betalen.
Zij heeft van Jan Pietersz verschillende goederen in onderpand gekregen tot hij in staat was de huur te kunnen betalen.

N.B.: dezelfde akte als ONA 272, aktenr. 188.

Joris Willemsz van der Ende verkoopt aan Gerrit Jansz Bocq, swaerveger alhier en Gerrit Aeryenss Mosselman, wonend te IJselmonde, zijn smalschip, oud 18 jaar, 23 lasten groot, voor een bedrag van 200 gulden.
N.B.: dezelfde akte als ONA 272, aktenr. 190.

Maertgen Hendricx, meerderjarig jongedochter, en haar neef Pieter de Vos verklaren van kracht te houden het contract dat de laatste en Maria Cornelis Waerts voor hun huwelijk hebben gemaakt.
Maertgen zal aan Pieter de Vos een bedrag van 300 gulden betalen die zij tegoed heeft van de erfenis van zijn grootmoeder Metgen Pieters, volgens testament d.d. 9-3-1630 gepasseerd voor wijlen notaris Jacob van der Swan.
Na Maertgens overlijden zullen al haar goederen en de vruchten daarvan in bezit blijven van Pieter de Vos en zijn nazaten.
Met goedvinden van De Vos zal een huis en erf aan de westzijde van de Schiedamschendijck op naam van Maertgen worden overgedragen, die zij op 5 december 1646 heeft gekocht van Willem Jansz van Warmenhuysen.
Dit huis is belend ten zuiden door Matheeus Pathon, ten noorden Jacob Bosman voor en Jeremias Claesz te Antwerpen achter, strekkende voor van de straat tot achter in de Vestsloot.
Ter verdere betimmering zal zij een bedrag van 1.800 gulden ligten, sprekende op de kinderen van Jan Gerritsz Couwenburch, en een hypotheek nemen op haar huis, gelegen aan de noordzijde van de Peperstraet.
Pieter de Vos is gehouden na het overlijden van Maertgen Hendricx 300 gulden uit te keren aan zijn zuster Lijsbet Jans de Vos.

N.B.: dezelfde akte als ONA 272, aktenr. 191.

Jan Pietersz van Cooyen, distelateur van het guldewater, ziekelijk, en zijn vrouw Dieuwertge Maertens wonend op de Cingel buiten de Goutse Poort herroepen het testament die zij op 16 augustus 1645 voor notaris Niclaes Verhagen hebben gepasseerd.
Er wordt een regeling getroffen t.a.v. de kinderen die hij heeft bij wijlen zijn vrouw Sara Wijnocx.
Hij heeft goederen moeten verkopen, aangezien de boedel met schulden was bezwaard.
Hij benoemt tot erfgenaam zijn vrouw Dieuwertge Maertens, mits zij gelden vermaakt aan zijn drie voorkinderen.

N.B.: dezelfde akte als ONA 272, akte 193.