Zoeken in adresboeken

Verdeling van de nagelaten schulden van Isaack Braems, tinnegieter, en Claesgen Jacobsdr.
Ondertekend door Egbert Bouwens, Claes Boudewijnsen, Metgen Boudewijns, Wilhelmus Schuurmans, Dirck Jansz Mestgeert en Isaack Braem.

Inventaris van de nagelaten goederen van Cornelis Michielsz, opgemaakt door Michiel Cornelisz, wonend tegenover de Schans, Cornelis Michielsz van Breemen, man en voogd van Willemtgen Cornelis, wonend op Delfshaven, Pieter Cornelisz, Dirck Cornelisz, wonend op de Schans, Jan Jacobsz, kuiper, man en voogd van Claesgen Cornelis, wonend tegenover de Schans, Leendert Andries Goelieffje, man en voogd van Pleuntgen Cornelis.
Pieter Cornelisz handelt tevens als oom en voogd voor Jacob en Arent Jacobsz, de nagelaten kinderen van Jacob Cornelisz. Medevoogd is Nicolaes Vogel, brouwer in de brouwerij van de Hollantschen Tuijn.
De inventaris bevat o.a.:
Weiland in de polder van Oudendijck, belend ten oosten door Aeltgen Michiels, ten westen Pouwels Francken, in gebruik bij Jan Jacobsz, kuiper.
Een huis, erf en bergen aan de oostzijde van de Schie, belend ten oosten door Cornelis Janse, ten westen en zuiden de Kleijwegh, bewoond in huur door Michiel Cornelisz.
Obligaties, de een ten laste van Jan Jacobsz van Eijck ten profijte van Cornelis Michielsz, de andere ten laste van Leendert Ariensz Goeliefsge en zijn borg Adriaen Willemsz.
Jan Jacobsz heeft pachtschuld aan en geld geleend.
Michiel Cornelisz heeft huurschuld.
Dirck Cornelisz heeft huurschuld en geld geleend.
Pieter Cornelisz heeft schuld voor een buijtelaartje boter.
Jan Jacobsz, kuiper, heeft boven zijn vrouws moederlijke goederen koeien en geld gehad , zijn vrouw kreeg kleding, de andere erfgenamen niets.
Er zijn kwade schulden o.a. ten laste van Mattheus Gerritsz Groot te Ouderschie ten profijte van de overleden Cornelis Michielsz, en een obligatie ten laste van Maertgen Pieters, verleden bij notaris Adriaen van Aller op 27-1-1656.
Schulden waarvan akte van 10-6-1646 door Cornelis Michielsz gepasseerd bij notaris Adriaen Sprockenburgh te Ouderschie.
Prelegaat aan Michiel Cornelisz ad 400 gulden, de boedel is 150 schuldig aan Cornelis Jansz, wonend tegenover de Schans.

Inventaris van de goederen van Elisabeth Gerrits, overleden op 24-4-1658, weduwe van Joannes Trojen, suikerbakster, opgemaakt door haar tweede man Jan Roeijersteijn (van Roijerstein), meester-schoenmaker, volgens haar testament bij notaris Jacobus Delphius op 8-1-1656.
Erfgenamen zijn Jan Roeijersteijn, de kinderen van Jan en Elisabeth, genaamd Claes en Gerrit van Roeijersteijn, Tieleman Verdonk en Pieter Assenburgh als voogden over Barbara van Troijen, dochter van Elisabeth en haar eerste man Joannes.
De inventaris bevat o.a.
Gereedschap van de suikerbakkerswinkel, een zilveren beker die is verkocht aan goutsmit Gabriel du Molin.
Inschulden van 2 rentebrieven ten name van het gemeene lant van Hollant enz., de ene d.d. 7-4-1638 ten profijte van Jan Franz als voogd van het weeskind van Barbara Cornelis, de andere d.d. 21-11-1633 ten profijte van de weeskinderen van Barbara Cornelis, staand op het kantoor van Johan Timmers die de overleden Eeuwout van Bijlwerff opvolgde. Het testament daarvan berust onder Jan Fransz van Nelle. Het kapitaal is de kinderen aanbestorven door overlijden van Annetgen Pieters, weduwe van Dirk Cornelis, de over-oud-moeije van de kinderen, volgens het testament d.d. 7-10-1629 bij notaris Jan Angillis te Leiden .
Een lening door Maertge Gerrits, bejaarde ongehuwde dochter.
Huurschuld aan Pieter Cornelisz, garnaatsman.

Inventaris van de goederen die IJfgen Gillis van Keulen, bejaarde ongehuwde dochter, inbrengt bij haar a.s. huwelijk met Job Heijnriksz Raasvelt, weduwnaar van Pietertgen Aerts.
Er zal geen gemeenschap van goederen zijn. De akte van huwelijksvoorwaarden is heden gemaakt bij deze notaris.