Zoeken in adresboeken

Gerrit Goris en zijn broer Thielman Goris, kooplieden, bekennen 400 gulden schuldig te zijn aan Aleijdis Kannius, weduwe van Pieter Pelt, wegens geleend geld. Bij de schuld inbegrepen is een obligatie die Gerrit Goris en zijn moeder Aeltgen Pieters ten behoeve van Kannius op 17 juli 1647 hebben laten verlijden bij notaris Pieck.

Adriana Sijmonsdr Overschie, weduwe van Joost Jansen van Overmeer, ter ene zijde, en Johan van Overmeer, zoon en mede-erfgenaam van genoemde Joost Jansen en zoon van Sophia Damen van Schaijck, ter andere zijde, sluiten een akkoord. De overeenkomst heeft betrekking op de voldoening aan Johan van Overmeer van zijn vaderlijke erfenis, alsmede de voldoening van hetgeen hij nog tegoed heeft van zijn moederlijke erfenis en een recognitie.

Adriana Sijmonsdr Overschie, weduwe van Joost Jansen van Overmeer, ter ene zijde, en Henrick Pietersen van Helburch, gehuwd met Maria van Overmeer, dochter van genoemde Joost Jansen van Overmeer, ter andere zijde, sluiten een akkoord. De overeenkomst heeft betrekking op de vaderlijke erfenis van Maria van Overmeer. Genoemd wordt nog een bedrag die Arijaentgen Huberts te Leiden en Sijmon Jansen op de Nieuwe Haven aan de nagelaten boedel schuldig zijn.

Inventaris van de boedel van Krijn Adriesen Warnaer en zijn vrouw Annetge Cornelisdr Block.

Tot de boedel behoort onder andere:
- Een huis, erf en pottebakkerij, genaamd 'De Teerketel', staande en gelegen aan de zuidzijde van het Oosteinde.
- Een huis en erf staande en gelegen buiten de Ketelpoort te Delft.
- De helft van een huis en erf achter 't Verbrande Klooster, waarvan de andere helft toebehoort aan de kinderen van de zuster van Annetgen Cornelis.
- Een speelhuisje in het ambacht Kralingen
- Een rentebrief van 1000 gulden, ten laste van het gemeeneland van Holland en West-Friesland, staande op naam van Machtelt Jans, weduwe van Cornelis Jansen, pottenbakker.