De vernieuwingsdrang die, na de 2e wereldoorlog, in de Nederlands-Hervormde Kerk ontstond, manifesteerde zich ook in de Hervormde gemeente van Delfshaven. De gedachte dat de Kerk niet kon volstaan met het brengen van het evangelie, maar ook de sociale nood van mensen moest lenigen, leidde tot de oprichting aldaar door de Kerke-raad van een Raad van Inwendige Zending. De Raad benoemde verschillende subcommissies waaronder die voor "Kerk en Gezin". Deze subcommissie had tot doel maatschappelijke hulp te bieden aan gezinnen uit de gemeente waarvan de vader afwezig was(politiek delinquent, zeevarende, militair in Indonesië, enz.) of de moeder langdurig ziek was.
In 1946 werd door de subcommissie de sectie "gezinsverzorging en gezinshulp" ingesteld, welke speciaal belast werd met de hulp in gezinnen waar de moeder ziek was. Gesalarieerde gezinsverzorgsters werden in dienst genomen, later ook een maatschappelijk werkster. De taak van de sectie breidde zich z? uit, dat we in het archief van de subcommissie, na 1948, bijna alleen de neerslag vinden van de activiteiten van de sectie.
In 1956 is de taak van de sectie door de diakonie overgenomen en werd het archief van de subcommissie overgedragen.