Als gevolg van de scheiding tussen de polder en gemeente rond 1811 werden de bescheiden met betrekking tot de zorg voor de waterstaatswerken naar aanleiding van een besluit van het Departementaal Bestuur van Schelde en Maas, d.d. 10 juni 1800 en van latere besluiten in het begin van de vorige eeuw en later op grond van het transmissiebeginsel bij het polderarchief gevoegd.
De opsplitsing van de oude archieven van het ambacht Geervliet in het begin van de vorige eeuw is op tamelijk slordige wijze uitgevoerd.
De bescheiden, die uit het ambachtsarchief bij het polderarchief zijn gevoegd en daarin bij een voorlopige inventarisatie zijn aangetroffen en de bescheiden van waterstaatkundige aard, die in het ambachtsarchief zijn achtergebleven, kunnen als volgt worden omschreven:

* Registers houdende allerhande akten van openbare aanbesteding en bekendmakingen van de schouw, 1663 - 1808. 2 delen
- 1663 – 9 september 1784;
- 2 februari 1785 – 11 juni 1808.

* Bekendmakingen van schout en schepenen respectievelijk het polderbestuur van de uitvoering van de schouw, 1799 - 1800. 1 omslag.

* Bekendmakingen van schout en schepenen respectievelijk schout en leden van het gemeentebestuur van de openbare aanbesteding van het krozen, schoonmaken en schoeven van de watergangen, 1798 - 1811. 1 omslag

* Bekendmaking van schout en schepenen van de openbare aanbesteding van het delfwerk van enige watergangen, 1806. 1 stuk

* Brief van de heer C. (?) van Broeck te ' s-Gravenhage inzake de functie van het verlaat in de Barrenis (Bernisse) voor de afwatering, 1668. 1 stuk.

* Bestek en voorwaarden voor de openbare aanbesteding door de ruwaard van Putten in samenwerking met het stadsbestuur van Geervliet en baljuw en schepenen van Heenvliet en Abbenbroek van het uitdiepen van de Pernis (Bernisse) vanaf de brug tussen Heenvliet en Geervliet tot het buitengors, (ca. 1680). 1 stuk
NB. in duplo aanwezig

* Brief van J.A. Roosendael (aan de ambachtsheer?) inzake de aanleg van een brug over de Bernisse; met bijbehorende tekening, 1723. 2 stukken

* Akten van patent verleend door het gemeentebestuur aan schout en schepenen (1) tot het hebben van een watermolen voor het polderdeel Geervliet en een watermolen voor het polderdeel Oud-Hoenderhoek, 1806, 1808 - 1811. 1 omslag


Bij de beschrijving van de polder Geervliet en Oud-Hoenderhoek is vermeld dat vóór 1811 geen apart polder- of gemeentebestuur aanwezig was.

Het verdient derhalve aanbeveling om de bescheiden van vóór 1811, die in het polderarchief zijn aangetroffen, samen te voegen met de bescheiden van het ambachtsarchief van vóór 1811, die zijn aangetroffen in het gemeentearchief van Geervliet en als een afzonderlijk archief te beschouwen. Van dit archief zal te zijner tijd een aparte inventaris verschijnen.
Bij de bestudering van de inventaris van het archief van de polder Geervliet en Oud-Hoenderhoek krijgen we de indruk dat grote delen ontbreken, zoals notulen en rekeningen. Wij hebben bij de beschrijving van die polder gezien dat door het vergaande bestuurlijk en financieel toezicht van de Ring van Putten de polder geen eigen rekeningen heeft gehad en geen aparte notulen zijn bijgehouden. Het archief van de polder kan, hoe onvolledig dit ook schijnt, toch min of meer als compleet worden beschouwd. Alleen het ontbreken van een aantal akten uit 1825 mag als een leemte worden aangemerkt.
Het archief van de polder Geervliet, Oud-Hoenderhoek en Schiekamp bevat wel enige leemten. Het ontbreken van bijvoorbeeld alle kohieren van omslag van vóór 1900 is waarschijnlijk het gevolg van een vernietiging overeenkomstig een oude vernietigingslijst.
Het ontbreken van deze kohieren is des te meer te betreuren omdat deze kohieren mede een opsomming bevatten van de door het polderbestuur te innen pachten, recognities en bijdragen.
Andere direct in het oog springende leemten in het archief zijn onder andere notulen van bestuursvergaderingen, de gedrukte keur uit 1870, de rekening van ontvangst en uitgaaf over 1872 aangaande de begrinding van een aantal wegen, de begrotingen over 1885 en 1905, de rekeningen over 1892 en 1904, stukken betreffende de afwatering van de polder Oud-Guldeland rond 1898, stukken betreffende de aanleg van de Groene Kruisweg uit omstreeks 1930 (ongetwijfeld verstuurd aan de advocaat in verband met een later geschil) en een aantal ingekomen stukken over uiteenlopende onderwerpen.

In 1948 ontving de heer K. Dekker een bedrag van f. 50,- voor de vervaardiging van kadastrale kaarten van de grenzen, wegen en watergangen. * 
Deze kaarten zijn evenmin in het archief aangetroffen. Pogingen om deze en andere ontbrekende bescheiden te achterhalen zijn vruchteloos gebleken. De heer E. Rijkee te Geervliet, oud-secretaris-penningmeester van de polder, kwam in 1983 nog wel met een stapeltje documenten van recentere datum, te weten:

1. Kladnotulen van de vergaderingen het bestuur, 1949 - 1951.
2. Agenda's voor de vergaderingen van stemgerechtigde ingelanden, 1952, 1954.
3. Stukken betreffende de grensregeling met de polder Spijkenisse en Schiekamp, 1950 - 1952.
4. Lijsten van stemgerechtigde ingelanden, 1951, 1953.
5. Processen-verbaal van de verkiezing van bestuursleden, 1952 - 1955.
6. Kohieren van omslag, 1908 - 1910, 1918, 1946, 1947, 1949 - 1952.
7. Aanslagbiljetten, 1946, 1947, 1949, 1950, 1952.
8. Begroting van ontvangst en uitgaaf, 1951.
9. Legesverordening, 1950.

Vervolgens ontvingen we van de genoemde secretaris-penningmeester in 1988 nog de reglementskaart van de polder uit 1954.

Het archief van de polder Geervliet en Oud-Hoenderhoek werd, ongetwijfeld in verband met het al meerdere malen genoemde toezicht, beheerd door de secretaris van de Ring van Putten. Na de reglementering van de polder diende het polderbestuur zelf zorg te dragen voor het eigen polderarchief.
In 1886 had het bestuur het voornemen opgevat om een archiefkast aan te schaffen. Bij schrijven van 9 april 1886 vroeg het polderbestuur aan het gemeentebestuur van Geervliet om deze kast te mogen plaatsen op de Vlieringzolder van het raadhuis van Geervliet. * 
Het gemeentebestuur had tegen de plaatsing van deze archiefkast geen enkel bezwaar. * 
Gemakshalve nemen we maar aan dat de kast ook is aangeschaft en op de genoemde zolder is geplaatst, hoewel in de rekeningen geen aanwijzingen zijn te vinden, die in die richting wijzen. In ieder geval werden de archieven later bewaard in een kast bij de secretaris-penningmeester.
In een op 30 juni 1920 aan Gedeputeerde Staten verzonden brief lezen we dat het archief van de polder in een behoorlijk afgesloten kast, vrij van vocht en goed geordend, ter secretarie van de polder te Geervliet, wijk A nummer 116, wordt bewaard. * 
In 1952 werd vervolgens op de zolder van de woning van de secretarispenningmeester een boekenrek gemaakt, die onder andere bestemd i.as voor de archieven van de polder Geervliet, Oud-Hoenderhoek en Schiekamp. * 

De polder werd in 1957 lid van de afdeling Registratuur van de Unie van waterschapsbonden. Deze afdeling gaf leiding bij de inrichting van de polderarchieven volgens de code voor de ordening der archieven van de waterschappen.
De invoering van deze decimale code betekende een geheel nieuwe ordening van het archief. De secretaris-penningmeester ging bij de ordening van het archief uit van het zogenaamde notulenstelsel, een veredelde vorm van de chronologische ordening. De ordening geschiedde dus met de notulen als richtlijn; alle bescheiden werden als bijlagen beschouwd van de notulen. De herordening van het nieuwe archief volgens de code geschiedde niet door de secretaris, maar door de heer J.M. de Graaff van de Unie van Waterschapsbonden.
Nadat deze herordening in 1958 was voltooid, ging de Provinciale Inspectie der gemeente- en waterschapsarchieven zich met het oudere gedeelte van het archief bezighouden. * 
Dit gedeelte werd in 1962 geïnventariseerd door de heer P. Ernsting, waarbij nog geen scheiding werd aangebracht tussen de archieven voor en na 1811. * 

De aldus geïnventariseerde archieven werden vervolgens in 1963 in bewaring gegeven bij het waterschap De Brielse Dijkring en geplaatst in de archiefbewaarplaats van dit waterschap. * 
Het archief van de polder vanaf 1950 werd enige tijd na de polderconcentratie in 1973 tevens overgebracht naar de archiefbewaarplaats van het waterschap. Dit archief was gedeeltelijk geordend volgens de code, maar gedeeltelijk ook weer volgens het notulenstelsel, omdat de code niet blijvend uitsluitend werd toegepast.
De huidige inventarisatie beoogt een algemene herziening van de inventaris uit 1962 en een bewerking van het nieuwe archief van de polder.
Hoewel de archieven van de polder Geervliet, Oud-Hoenderhoek en Schiekamp deel uit maken van het archief van de in 1968 gevormde polder De Vierambachtenboezem, is om zuiver praktische redenen (de grote omvang) gekozen voor aparte bewerkingen van de archieven van de in 1968 samengevoegde polders en daarmee samenhangende uitgave van de aparte inventarissen.

Het archief stond bij Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg bekend onder archiefnummer 019 en is in 2017 overgedragen aan het Stadsarchief Rotterdam.