Om enig inzicht te krijgen in de lotgevallen van de archieven van de polder Braband, Hekelingen en Vriesland staat ons een lijst uit 1872 ter beschikking, waarin melding wordt gemaakt van de toen aanwezige bescheiden, die tot het polderarchief behoren. *  Reeds bij de eerste blik op deze zo nuttige lijst blijkt dat een belangrijk deel van de hierin genoemde archieven niet meer in het polderarchief berusten; hiertoe behoren onder andere:
1) de kohieren van omslag vanaf 1864;
2) een register van de secretaris van 8 september 1818 tot april 1823;
3) processen-verbaal van verkiezingen en lijsten van stemgerechtigde ingelanden;
4) een peilbrief uit het jaar 1674.

De peilbrief van 1674 is in 1950 nog door het polderbestuur beschikbaar gesteld aan de heer K.B.A. Buytendorp ten behoeve van de waterstaatkundige beschrijving van het eiland Voorne en Putten. * 
Wanneer we de inventaris van de archieven van deze polder bekijken valt ook op dat alle ingekomen stukken en de notulen van de polder Hekelingen en Vriesland ontbreken en dat eveneens veel bescheiden, die zijn ontvangen of opgemaakt na 1872 niet aanwezig zijn. Hiertoe behoren onder andere de serie rekeningen van ontvangst en uitgaaf, die afgezien van de rekening van 1892 pas vanaf 1900 bewaard zijn gebleven en dan nog niet eens compleet.
Ook een groot deel van de stukken betreffende de bouw en de verbouw van het stoomgemaal ontbreekt. Het is mij echter niet bekend waar deze bescheiden zijn gebleven, hoewel enige mogelijke oorzaken omtrent het verloren gaan van deze en andere bescheiden zijn aan te wijzen. *  De stukken betreffende de financiële verantwoording over de polder Hekelingen en Vriesland bevinden zich in het kader van het strenge toezicht van dijkgraaf en hoogheemraden van de Ring van Putten, waarvan ik hiervoor reeds melding maakte, in het archief van het Hoogheemraadschap van Putten. Een gelukkige omstandigheid is dat derhalve een niet onbelangrijk deel van allerhande akten van de polder Hekelingen en Vriesland, die niet in het polderarchief bewaard zijn gebleven wel in afschrift zijn terug te vinden in de bijlagen tot de rekening van het gezamenlijk schot over de polders Braband, Hekelingen en Vriesland.

Dat ook een aantal begrotingen en rekeningen van de polder Braband, Hekelingen en Vriesland, weliswaar in afschrift, berusten in het archief van het Hoogheemraadschap van Putten vindt zijn oorzaak in het feit dat zij door dijkgraaf en hoogheemraden van het genoemde Hoogheemraadschap dienden te worden goedgekeurd. * 
In 1957 werd het nieuw archief door de Unie van Waterschappen volgens deze nieuwe code geïnventariseerd. In de daarop volgende jaren werd het lopend archief van de polder echter nauwelijks volgens deze code opgeborgen maar grotendeels volgens het zogenaamde notulenstelsel. In 1962 werd door de heer P. Ernsting in opdracht van de Provinciale Inspectie van de gemeente- en waterschapsarchieven het oud archief van de polder geïnventariseerd. *  De in deze inventaris omschreven archieven zijn in 1963 in bewaringgeving geplaatst in de archiefbewaarplaats van het waterschap De Brielse Dijkring. Een deel van het archief van de polder Hekelingen en Vriesland berustte in de archiefbewaarplaats van de gemeente Spijkenisse en zijn beschreven in de inventaris van het archief van de gemeente Hekelingen onder no. 143-147, 513-515, 1450-1491.
De bescheiden beschreven onder no. 1450-1491 zijn onder verwijzing naar het gemeentearchief opgenomen in de door de heer Ernsting opgemaakt inventaris.

Bij het vaststellen van de definitieve inventaris van de archieven van de polder leek het mij een goede zaak deze en de andere genoemde bescheiden toe te voegen aan het polderarchief en met medewerking van het gemeentebestuur van Spijkenisse is dit inderdaad verwezenlijkt.
Het is misschien nuttig om te vermelden dat de onder no. 1463-1491 als bijlagen tot de rekening van het schot omschreven bescheiden uitsluitend bestaan uit aanslagbiljetten van het schot over de gronden waarop de vogelkooien van de polder Hekelingen en Vriesland hebben gestaan.
De archieven van de polder Braband, Hekelingen en Vriesland, die ik bij de ordening aantrof kan men onderverdelen in 4 gedeelten:
1) het min of meer zaaksgewijze geordende archief, beschreven in de inventaris van de heer P. Ernsting;
2) het archief, dat is geordend volgens de code van de Unie van Waterschappen;
3) het archief geordend volgens het notulenstelsel;
4) het archief, dat ik her en der aantrof zonder een aanwijsbare methode van ordening.
De in deze inventaris omschreven archieven zijn geheel geordend volgens een strenge zaaksgewijze ordening, omdat daardoor mijns inziens een optimale toegankelijkheid zowel voor het bestuur van het waterschap De Brielse Dijkring als voor andere belanghebbenden gewaarborgd is. Rest mij nog een opmerking te maken over de toepassing van het zogenaamde transmissiebeginsel bij de ordening van dit polderarchief. In 1862 werd, zoals hiervoor reeds beschreven, het polderdeel Braband, deel van de polder Spijkenisse en Braband, onder één beheer gebracht met de polder Hekelingen en Vriesland.
Het bestuur van de polder Braband, meestal vermeld onder de gecombineerde naam Spijkenisse en Braband heeft bijvoorbeeld tevoren gronden in erfpacht uitgegeven die later binnen de grenzen van de polder Braband, Hekelingen en Vriesland gingen vallen.

Deze erfpachtsakten zouden dan volgens het transmissiebeginsel moeten worden overgebracht naar het archief van de polder Braband, Hekelingen en Vriesland, temeer daar ze voor een goede administratie van deze polder benodigd zouden zijn.
Omdat deze handelswijze mijns inziens in strijd is met het bestemmingsbeginsel en het ook inbreuk maakt op de verwachtingen omtrent de bescheiden die men in het archief van de polder Spijkenisse en Braband kan aantreffen en omdat deze overbrenging gedurende de periode van het bestaan van de polder Braband, Hekelingen en Vriesland ook niet is geschied, heb ik niet van dit ordeningsbeginsel gebruik gemaakt. * 

Het archief Stond bij Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg bekend onder archiefnummer 053 en is in 2017 overgedragen aan het Stadsarchief Rotterdam. De meegekomen aanvulling op dit archief is in 2018 beschreven door Harold Stuger.