Uw zoekacties:

5165 Archief van het waterschap De Noordsluis onder de gemeenten Rockanje en Oostvoorne

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Archiefvorming
Geschiedenis van het archief
5165 Archief van het waterschap De Noordsluis onder de gemeenten Rockanje en Oostvoorne
Archiefvorming
Geschiedenis van het archief
Titel:
Geschiedenis van het archief
Het bijzonder reglement voor het waterschap De Noordsluis van 1886 bevat in artikel 22 dwingende voorschriften over het archief: Tot 1 maart 1867 blijven de respectieve polderarchieven onder bewaring der betrokken besturen, doch wordt aan dit waterschapsbestuur toegang verleend tot die archieven met bevoegdheid om door zijnen secretaris daaruit te maken zoodanige copiën en extracten als het noodig zal oordelen. Binnen eene maand wordt uit gemelde archieven alles wat betrekking heeft op de wateren en werken in art. 2 bedoeld overgedragen aan dit waterschap en, is scheiding tusschen dat gedeelte van het archief en het overige feitelijk ondoenlijk of onraadzaam, dan wordt, met uitzondering van de gaarderboeken en de lijsten van stemgerechtigde ingelanden, die in elk geval aan de polderbesturen verblijven, wat niet te scheiden is, geheel overgedragen aan dit waterschap.  * 

Deze enigszins ingewikkelde regeling houdt verband met het feit dat de oprichting van het waterschap De Noordsluis eigenlijk in twee fasen heeft plaatsgevonden. De taak van het waterschap beperkte zich aanvankelijk tot de zorg voor de waterbeheersing. De overige taken, voornamelijk de zorg voor de wegen, bleven toevertrouwd aan de besturen van de inliggende polders. Het bestaansrecht van deze polders werd al spoedig in twijfel getrokken hetgeen leidde tot hun opheffing per 1 januari 1892. Op dat tijdstip gingen alle rechten en plichten over op het waterschap De Noordsluis. * 

Het bestuur van het zojuist opgerichte waterschap zag geen mogelijkheid de voorgestelde scheidingen aan te brengen en voorzag tevens moeilijkheden met de polderbesturen. Bij brief van 30 augustus 1887 werd dan ook verzocht deze scheiding en ordening te laten verrichten door Gedeputeerde Staten. De heer J.H. Hingman werd daarbij met name als deskundige genoemd.
Bovendien, zo lezen we in deze brief, is het archief van polders en gemeente Oostvoorne dooreengemengd en het bestuur verklaart zich onmachtig daarin de noodige schifting tot stand te brengen * 

Gedeputeerde staten verklaarden zich bereid dit werk uit te voeren, waarbij zij zich tevens tot doel stelden de diverse archieven te inventariseren. De inventaris verscheen in 1889. *  Bij de scheiding en ordening van de onderscheiden archieven werd - het reglement geeft zelfs de verplichting - gebruik gemaakt van het transmissiebeginsel. Dit houdt in dat bescheiden van rechtsvoorgangers die betrekking hebben op de uitvoering van een bepaalde taak zijn overgebracht naar rechtsopvolgers die deze taak hebben overgenomen.

In 1978 werd een nieuwe inventaris opgemaakt waarbij van hetzelfde principe is uitgegaan. Bovendien werd daarbij voor het eerst het archief van het waterschap De Noordsluis (1886 - 1973) beschreven (inv. nr. 510 - 888). Het transmissiebeginsel is echter strijdig met het herkomstbeginsel. In de periode van vóór 1811 kenden we nog zelfstandige gemeente- en polderbesturen. In die tijd fungeerden de ambachtsbesturen, bestaande uit schout en schepenen. Het ambachtsbestuur vervulde als het ware de taken die later werden overgenomen door onder andere de gemeente- en polderbesturen. Het archief van het ambacht vormt een eenheid. Het is om die reden dat bij de huidige inventarisatie de bescheiden die zijn "geleend" uit de ambachtsarchieven daarheen zijn teruggebracht. Dit maakte in eerste instantie het maken van een nieuwe inventaris van de archieven van de in 1892 opgeheven polders noodzakelijk. Aansluitend is ook het archief van het waterschap De Noordsluis opnieuw bewerkt en voorzien van een aparte nummering.
De zorg voor het archief beperkte zich aanvankelijk vanzelfsprekend tot de archieven van de rechtsvoorgangers. Wanneer J. Cohen in 1889 arbeidsloon in rekening brengt voor het overbrengen van alle boeken uit het schoollokaal naar de spreekkamer en bovenkamer dan moeten we aan de boeken van deze rechtsvoorgangers denken.

In 1927 krijgt het bestuur toestemming om zonder financiële vergoeding een kast met archiefstukken naar het tot gemeentearchief verbouwde perceel wijk 6 no 162 (aan het Wellerondom) over te brengen. In 1930 is sprake van het overbrengen van een kast met archief naar "het Brielse Museum". In 1935 krijgt de Brielse schilder en glazenmaker A. van Soest opdracht op een voor de opberging van het archief bestemde kast de letters "waterschap De Noordsluis" te schilderen.

Op 27 januari 1956 deelde het gemeentebestuur van Brielle mede dat sedert 1934 het archief van het waterschap vanaf 1540 in het gebouw van het oud-archief is gedeponeerd, waardoor het onder beheer werd gesteld van de gemeentearchivaris. Na reorganisatie, zo lezen we verder, is dit archief, dat voorheen was opgeborgen in een kast van "De Noordsluis" in gemeld gebouw, geplaatst in daartoe door ons aangeschafte stalen rekken in het oud-archief. Het gemeentebestuur stelde voor om voortaan een jaarlijkse vergoeding van f 50,-- te vragen. De oude archiefkast zou vervolgens een dag eerder geschreven brief in het Trompmuseum een goede plaats kunnen krijgen. Het waterschapsbestuur ging met de gedane voorstellen akkoord. *  Het nieuwe archief, in feite het grootste deel van het archief van het waterschap De Noordsluis, bleef berusten op het kantoor van de secretaris-penningmeester. Voor dit archief werd in 1957 een reconstructieverzekering gesloten. Als bewaarplaatsen worden dan vermeld de panden Voorstraat 93 en Nobelstraat 11 en 13. * 
Na de opheffing van het waterschap werd het archief overgebracht naar de bewaarplaats van het waterschap De Brielse Dijkring.

Het archief van De Noordsluis is niet compleet. Opvallend is het ontbreken van de notulen van zowel het bestuur als het bestuur met de gecommitteerde ingelanden van vóór 1945, met uitzondering van een notulenboek over de periode 1867 - 1901. Deze zijn vrijwel zeker uitgeleend aan L.F. Teixiera de Mattos voor zijn waterstaatkundige beschrijving van de polders en waterschappen in Zuid-Holland en vervolgens verloren gegaan door het bombardement van de Provinciale Griffie op 3 maart 1945. In een brief van 2 augustus 1944 maakt hij ook melding van notulen van de verenigde vergadering van 20 juni 1934. *  Voorts ontbreken onder andere enige keuren en kohieren van omslag.

Bij de inventarisatie in 1978 is getracht een nauwkeurige beschrijving te maken van het archief van De Noordsluis. Deze nauwkeurigheid kent zijn grenzen. Deze worde mede bepaald door de nauwgezetheid van de administratie. De laatste secretaris-penningmeester was een kundig veearts. Karakteristieke kenmerken van kundigheden in dit vak, een belabberd handschrift en een minder goed ontwikkeld administratief inzicht hebben een ongunstige uitwerking op het archief. Dit geldt met name bij administratief ingewikkelde zaken, zoals de uitvoering van het inmalingsplan. Bij de inventarisatie van 1978 is het maar ten dele gelukt in de chaotische papiermassa orde te scheppen. Bij de huidige inventarisatie is getracht de orde verder te verbeteren. Tevens zijn daarbij de bijlagen tot de rekeningen van ontvangst en uitgaaf betrokken. Deze zijn nauwgezet bewerkt. Briefhoofden zijn afgezonderd en in een aparte verzameling ondergebracht. Kwitanties die aanvullende informatie bevatten zijn aan het archief toegevoegd. Sommige rekeningen of kwitanties zijn vaak de enige bron van informatie. Zij kunnen uitslag geven of een werk is uitgevoerd en zo ja, wanneer.
Vooral in die periode waar notulen ontbreken en de jaarrekeningen alleen verzamelposten bevatten, zijn de bijlagen, die volgens de huidige wetgeving vernietigd moeten worden, een onmisbare bron.
Het archief stond bij Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg bekend onder archiefnummer 058 en is in 2017 overgedragen aan het Stadsarchief Rotterdam.
Inhoud en structuur van het archief
Verantwoording
Aanwijzingen voor de gebruiker
Opmerkingen openbaarheidsbeperkingen

Kenmerken

Datering:
(1858) 1886-1973 (1975)
Beschrijving:
Inventaris van het archief van het waterschap De Noordsluis onder de gemeenten Rockanje en Oostvoorne, (1858) 1886-1973 (1975)
Auteur:
L.W. Hordijk
Plaats van uitgave:
Rotterdam
Jaar van uitgave:
2005 (2020)
Overheid of particulier:
Overheid