Zoeken in archieven

Cornelis Pietersz Robol, wonende in Pijnacker en tegenwoordig alhier, door de overleden David van de Wilk gesteld als voogd over Neeltje en Cornelis Philipse van der Wilk, minderjarige kinderen van Philip Cornelisz van der Wilk en Jannetje Joghums Robol . Hij verklaart de bijgesloten rekening te hebben opgesteld ten bedrage van totaal 1480 gulden.
De rekening vermeldt Abraham Jacobsz Uijttenbroek en Jacob Langevelt, beide executeurs en voogden over de minderjarige dochter van wijlen David Cornelisz van der Wilk, alsmede Abraham Leendertsz van der Heijden en Dirk Ariensz Uijttenbroek beide voogden en executeurs over de minderjarige erfgenamen van Trijntje Dirksdr van Oosten, in leven gehuwd met David Cornelisz van der Wilk. Deze was samen met Cornelis Pietersz Robol, voogd over hun overleden halfzuster Jeanette Philipsdr van der Wilk.

Aan de ene zijde Leendert Cornelisz Noordermeer handelende, met volmacht gepasseerd bij notaris Schipper d.d. 26 februari 1725, voor Willem Verburg, Arij Cornelisz Buijtenweg, Pieter Fransz Romeijn, Jan Buijtenweg, Willem Dirksz Berkel en Lauwrens Buijtenweg ; tevens Cornelis Ariensz Kerkhoff, Aalbregt Droog en Leendert van Roon en aan de andere zijde Jan Cornelisz Schouten. allen wonende in het Noordeinde van Berkel en Rodenrijs. Zij geven te kennen op welke wijze zij de tweede Heul in het Noordeinde vanaf het dorp, genoemd de Haaseheul, gaan vernieuwen, maar zij hebben verschil van mening, want de werf van Jan Schouten is uitgezakt en ligt in de heul. Zij komen tot overeenstemming en de vaart wordt 9 1/2 voet breed en 3 1/3 voet diep. (zie akte 68,69)

Neeltie Leenderts van Hoffwegen, weduwe van wijlen Hendrik Pietersz de Leden, wonende in het Noordeinde van Berkel en Rodenrijs en enig erfgenaam is volgens testament d.d 24 mei 1724. Het overschot van de erfenis is voor Arij Pietersz de Leden, Cornelis Pietersz de Leden en Teuntje Pieterse de Leden, gehuwd met Cornelis van der Meer. Zij verklaart op persoonlijke redenen afstand te nemen van de erfenis van Hendrik Pietersz de Leden. (zie akte akte 30 en 84)

Neeltje Leenderts van Hoffwegen, weduwe van wijlen Hendrik Pietersz de Leden en wonende in het Noordeinde van Berkel en Rodenrijs verklaart deze inventaris van de nalatenschap van Hendrik Pietersz de Leden opgesteld door Arij Pietersz de Leden, Cornelis Pietersz de Leden en Cornelis van der Meer, gehuwd met Teuntje Pieters de Leden, te erkennen. De inhoud van de inventaris behelst 32 percelen land of water in Berkel en Rodenrijs en Schiebroekse venen en (nr. 31) Kloosterland, gelegen in Schipluiden. Verder Obligaties en schuldbrieven en ongemunt geld. (zie akte 30 en 83)