Zoeken in archieven

David Dirksz van Konijnenburg, wonende in Pijnacker, en zijn vrouw Maritje Arijensdr Bleijswijk verklaren de erfenis vast te leggen en de lasten van 55 gulden te betalen. Voor Arij Leendertsz Hofweg, wonende in Kethel en getrouwd met Jannetje Davidsdr Konijnenburg en Arij Davidsz Konijnenburg, wonende in Pijnacker (zijnde kinderen van hem en Maritje Arijensdr Bleijswijk) elk voor een derde van een vierde deel uit de nalatenschap van Pieter Jansz Brammer uit Bleiswijk. Het vruchtgebruik is voor Maritje Arijnensdr Bleijswijk volgens het testament bij notaris Simon Berkel te Zegwaart d.d. 16 december 1688. Het huis, erf en boomgaard, tezamen een hont land aan de Kerklaan in Pijnacker is voor Arij Leendertsz Hofweg en Arij Konijnenburg voor ieder de helft, welke goederen zijn verkocht op 25 januari 1713 in Pijnacker. (zie ook akte 55, 73 en 94)