Zoeken in archieven

Hendrina van Assendelft, weduwe van Joannes Hogeveen, die predikant was van de Remonstranten in Berkel en Rodenrijs en Boudewijn Goethart, wonende in Zegwaart en Jan Hogeveen, koopman en beide handelend als Schout van Berkel en Rodenrijs en voogden, zoals bepaald d.d. 12 oktober 1733, over de minderjarige broer en enige erfgenaam, zoals gesteld in de acte d.d. 17 april 1718, Gilles Hogeveen. Zij zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden d.d. 26 juni 1732, waarin bepaald dat elk een bedrag van 12.000 gulden in dit huwelijk inbrengt en erfgenamen zijn van het samen opgebouwde. Voor haar inbreng heeft zij obligaties gekocht voor dit bedrag. Bij het overlijden van Joannes Hogeveen is haar inbreng in het huwelijk uitgenomen en ziet zij af van de erfenis. (zie akte 15 en 17)

Boudewijn Goethart en Jan Hogeveen, voogden over Gilles Hogeveen, de enige erfgenaam van Joannes Hogeveen, in leven predikant in de Remonstrantse gemeente Berkel en Rodenrijs. Aangesteld op 12 oktober 1733 bij notaris Schipper en de rekening opgesteld, in overleg met de weduwe Hendrina van Assendelft, van de bijgevoegde lijst van roerende goederen ter waarde van 473 gulden. (zie akte 15 en 16)

Leendert Ewoudsz van de Rousen, wonende in Berkel en Rodenrijs, machtigt Hendrik Pakmolen, procureur voor de vierschaar, in zijn zaak tegen Claas Swemkoop.

Simon Danielsz de Graau, woonachtig in de Hogeveen, machtigt Claas van Warmen, veenman uit Berkel en Rodenrijs om de executie van het testament van zijn overleden ouders, Daniel de Grauw en Gerritje Willems Val, de rekening en inventaris op te maken. Hij tekent met Simon de Grou.