Zoeken in archieven

Leendert Dirksz in 't Hout, eerder weduwnaar van Jaapje Ariens in 't Hout en wonende te Zevenhuizen; Arij in 't Hout; Cornelis Ariensz van Alphen en gehuwd met Marijtje in 't Hout en enige dochter van Cornelis in 't Hout; Willem van IJsselmeer en gehuwd met Aaltje Matthijsdr in 't Hout en enige dochter van Matthijs in 't Hout; Arij Voren, gehuwd met Maartje Willemsdr in 't Hout en enige dochter van Willem in 't Hout; Maartje Ariens in 't Hout, weduwe van Claas Joachimsz Zol; Claas Bruijnswijk en gehuwd met Annetje Jans in 't Hout, zij voor zich zelf als mede voor Marija Jans in 't Hout, Crijn Jansz in 't Hout en zijn uitlandige zwager Theijs in 't Hout zijnde samen dekinderen van Jan Ariensz in 't Hout en allen wonende in Zevenhuizen; Cornelis van Vliet namens zijn dochters Arjaantje en Maartje van Vliet uit zijn huwelijk met Lidewij Ariens in 't Hout, allen erfgenamen van Jaapje Ariens in 't Hout. Het testament op de langst levende van Leendert in 't Hout en Jaapje Ariens in 't Hout bij notaris Jan Swinnas in Rotterdam d.d. 8 maart 1727 bepaalt dat de voornoemde personen de helft erven van hun bezit. Alvorens hij zich in een nieuw huwelijk begeeft dient eerst een staat van boedel te worden opgemaakt en hun huwelijkse voorwaarden worden opgenomen. Om hieraan te voldoen biedt hij 800 gulden en vier zilveren ducaten, waarmee de erfgenamen in stemmen.