Zoeken in archieven

Huijg van der Meer, gerechtsbode en Johan Georgie Kambach, dienaar van Justitie van het ambacht Berkel en Rodenrijs, verklaart op verzoek van de Schout, Armenmeesters en Diakenen, dat in verleden voorjaar 1738, zij een bekeuring aan Ewout van de Rouse, veenman in Berkel en Rodenrijs, hebben gegeven omdat in zijn schuur ene Neeltje van Reijs, weduwe van Fredrik Dersiant woonde. Maar omdat Van de Rouse niet thuis was is deze aangenomen door zijn dochter. Neeltje van Reijs is daar in de kraam gekomen en is nog enige tijd in de schuur blijven wonen.

Willem Janse Tuijnebreijer, weduwnaar van Betje Cornelis Kolster en wonende aan den Bergschenhoek, verklaart dat hun testament bij notaris Nicolaas Kruijt te Hillegersberg d.d.16 maart 1727 is gemaakt en zijn echtgenote is overleden. Omdat Cornelis Kolster is overleden, die naast hem en Pieter Janse Tuijnebreijer tot voogden over zijn minderjarige erfgenamen zijn aangesteld, verzoekt hij om in de plaats van Cornelis Kolster, Willem Cornelisse Kolster, de broer van zijn overleden vrouw en de overleden Jacobus Kolster te benoemen tot voogd.

Willem Jansse Tuijnebreijer, weduwnaar van Emmetje Cornelis Kolstere wonende aan de Bergschenhoek en bij testament Notaris Nicolaas Kruijt te Hillegersberg d.d. 16 maar 1727, nu zijn vrouw is overleden, hij en zijn kinderen erfgenaam zijn. Hun kinderen Jan, oud 13 jaren, Marijtje oud 9 jaren en Trijntje oud 7 jaren zijn erfgenamen van zijn overleden vrouw en nu hij opnieuw wil trouwen, na een staat van boedel te hebben opgesteld, zal hij hen bij hun meerderjarigheid of huwelijk voldoen met één ducaat tot vijf gulden vijf stuivers.

Het echtpaar Michiel Jacobs, meester Chirurgijn aan den Bergschenhoek en Antonia Blommart maakt een testament op de langst levende en herroept alle voorgaande testamenten etc. Bij het eerst overlijden van Antonia Blom krijgt haar moeder Antonia de Jong een bedrag van 200 gulden. Hij tekent Michil Jacops.