Zoeken in archieven

Arij Koot, Aalbregt van Rijt en Cornelis Koot, de eerste en laatste wonende alhier en de tweede getuige wonende onder het Ambacht Kethel verklaren deze boedelinventaris van de nalatenschap van Jan Claasz Koot, bouman, gewoond hebbende te Berkel en Rodenrijs.
Boedelinventaris van Jan Claasz Koot, overleden 13 oktober 1740 opgesteld door Aalbregt van Rijt en Cornelis Koot als executeurs en voogden over de minderjarige erfgenamen.
Zijn eerste echtgenote in gemeenschap van goederen was Pleuntje Everts van Woglum en kregen een dochter Helena Janse Koot, die na haar moeder, maar voor haar vader is overleden en was gehuwd met Jacob Melisse Rodenrijs en heeft vier kinderen nagelaten met name Melis, Jan, Trijntje en Pleuntje Rodenrijs. Vervolgens is Jan Claaszn Koot getrouwd in gemeenschap van goederen met Helena Melis Rodenrijs en kreeg met haar vier kinderen met namen Arij, Catharina en gehuwd met Aalbregt van Rijt, Cornelis en Johanna Koot, die allen nog in leven zijn. Het testament voor notaris Dirk Uijtdenwaart d.d. 14 augustus 1719 van Jan Claasz Koot en Lena Melis Rodenrijs en zij stelden als voogden zijn zwager Leendert Jansz Cnijn en Jacob Melisz Rodenrijs en is voldaan door de dood van Lena Melis Rodenrijs d.d. 15 mei 1735 door Aalbregt van Rijt, gehuwd met Katje Jans Koot.
Nog een testament van Jan Claasz Koot met zijn derde en in gemeenschap van goederen getrouwd met Maria Gerrits van der Hoeven hun testament voor notaris Cornelis Willems de Man te Delft d.d. 19 juni 1721 en stelden tot voogden over hun minderjarige erfgenamen Leendert Claasz Koot en zijn zwager Leendert Jansz Cnijn. Zij laten vijf kinderen achter met name Aagje, Claas, Gerrit, Maria en Apolonia Koot. Beschrijving van het huis, erf en partijen land en water, alsmede de inventaris van roerende en onroerende goederen Rekeningen van Bijvoorbeel 25 gulden aan Leendert Knijn voor de pastoor van Bergen voor diensten. zie akte 41 42