Zoeken in archieven

Cornelis Maartense Versijde, woonachtig in het ambacht Hillegersberg, Arij van der Spuij, wonende te Capelle op den IJssel, gemachtigden door hun schoonmoeder Arjaantje Maartens Versijde, weduwe van Cornelis Hoogeboom volgens de akte gepasseerd voor twee schepenen van Capelle op den IJssel d.d. 7 augustus 1743 en Jan Claasse Koster, gehuwd met Neeltje de Heer, wonende in Bleiswijk, beide kinderen van Marijtje Maartens Versijde, Pieter Krijnen Broekhuijsen, wonende mede binnen deze heerlijkheid en gehuwd met Marijtje Leenders Versijde, de kinderen van Leendert Maartens Versijde, Court Everling, wonende onder het ambacht Hillegersberg en gehuwd met Neeltje Maartens Versijde en Martinus Versijde, schoolmeester binnen de stad Haarlem en zoon van Pieter Maartens Versijde en de genoemde Arjaantje Maartens Versijde, allen nakomelingen van Maarten Leenders Versijde enerzijds en anderzijds Arij van der Smijt, wonende in Keulen onder het ambacht Pijnacker. Zij geven te kennen dat Claas Leenderse Verzijde, hun oom en oudoom ten halven bedde en van moederszijde in zijn testament gepasseerd te Zoetermeer bij notaris Simon Berkel d.d. 24 ,juni 1720 tot zijn enige erfgenaam zijn zoon Cornelis Claas Versijde voor een derde deel en diens twee kinderen elke dochters Maartje en Arjaantje Versijde hun leven lang vruchtgebruik genieten. Voogden volgens dit testament zijn Jacobus Leenpaal, Cornelis Claasse Versijde en Pieter Maartens Versijde, zoals is gepasseerd bij notaris Simon Berkel d.d.15 oktober 1720. Genoemde Maartje Claas Verzijde op 4 december 1737 en Arjaantje Claas Verzijde op 13 april 1743 zijn overleden. Hierna volgen bij het overlijden van de erfgenamen opnieuw overeenkomsten gesloten tussen de zelfde personen. zie ook akte 46