Zoeken in archieven

Ten huize van mij notaris getuigt Trijntje Matthijssen, jonge dochter en wonende te Benthuisen, bijgestaan door haar voogd Gerrit Jacobse van der Meer, woonachtig in het Zuideinde van deze Heerlijkheid enerzijds en anderzijds Alida van Gelder, weduwe en boedelhoudster van wijlen Cornelis Noordhoek, woonachtig op het dorp Berkel. Zij geven te kennen dat Arij Cornelisse Noordhoek, meerderjarige jongeman heeft verkeerd met Trijntje Matthijssen en haar heeft beloofd te zullen trouwen en haar heeft beslapen met gevolg de geboorte op 16 december 1744 van een zoon. Zij heeft getuigd dat Arij Cornelisse Noordhoek de vader is en hij zal door haar worden gedagvaard. Alida van Gelder is bereid om de kosten van de bevalling op zich te nemen en zij zijn overeen gekomen dat Alida van Gelder het kind zal opvoeden mits het binnen 24 uur aan haar zal worden overdragen en zij hem zal opvoeden als haar eigen kind tot hij in staat zal zijn in eigen bestaan te voorzien.

Het echtpaar Florus van der Mark en Catharina van der Hoek, wonende aan het Zuideinde van deze Heerlijkheid Berkel en Rodenrijs maakt een testament op de langst levende. Zij herroepen alle voorgaande testamenten et. en in het bijzonder het testament van hen gepasseerd 24 mei 1733 voor mij notaris. De vrouw zal bij het overlijden van haar man verplicht zijn een legaat van honderd gulden aan zijn moeder Jannetje Valkenis en bij haar overlijden aan zijn gezamenlijke broers en zusters, die bij haar overlijden in leven zijn bevonden. Vervolgens verklaart zij dat hij bij haar dood een legaat zal maken van vijfhonderd gulden aan haar zoon Cornelis van der Ende uit haar vorige huwelijk met Wouter van der Ende. Haar man verplicht bij haar overlijden en haar zoon is minderjarig, hij twee neutrale personen zal benoemen voor de taxatie van hun huis, erf en schuur, waarin zij nu wonen, alsmede de inboedel, meubelen en huisraad (zonder de kleren, die worden verdeeld) en benoemd zij tot haar enige erfgenaam haar zoon Cornelis van der Ende en mocht deze eerder overlijden dan erven haar broers Michiel, Joost en Zacharias van der Hoek . Zij benoemen elkaar tot voogd over hun minderjarige erfgenamen en daarboven Hendrik Betlehem en Paulus Kerkhoff, beide wonende binnen deze heerlijkheid tot medevoogden.

Alida van Gelder, weduwe van Cornelis van Noort, woonachtig alhier en Pieter Jansz Buiteweg, gehuwd met Maria van Gelder, woonachtig te Sluipwijk, beide enige zusters en erfgenamen van Antonij van Gelder, verklaren de bijgevoegde rekening te hebben aangenomen.
Arij Dros en Pieter Noordhoek als administrateurs van de nalatenschap van wijlen Hendrik van Gelder, chirurgijn op het dorp Berkel, gepasseerd voor notaris Arent Vosmaar te Berkel en Rodenrijs d.d. 28 april 1727 en aangesteld voor zijn zoon Antonij Gelder, die in 1740 in Oost-Indië is overleden zonder een testament na te laten. Tot zijn nalatenschap zijn Alida van Gelder, weduwe Cornelis Noordhoek en Maria Gelder, getrouwd met Pieter Jansz Buiteweg. De staat van scheiding en verdeling is gepasseerd d.d. 9 november 1732 en hier bijgevoegd de rekening van ontvangsten en uitgaven met de som van zevenhonderd en negentien gulden.

Arij van Rijn, Willem van Rijn en Pieter van Velsen, gehuwd met Marijtje van Rijn zijn allen samen de kinderen van Annetje Claas van der Juist, in haar leven echtgenote van Gerrit Willemse van Rijn en zijn in die hoedanigheid erfgenamen van hun grootvader Claas van der Juijst enerzijds en anderzijds Dirk Leendertse Noordermeer en gehuwd met Rachel Claas van der Juijst. Zij wonen allen in het Noordeinde van deze Heerlijkheid Berkel en Rodenrijs. Dirk Noordermeer geeft te kennen dat hij op 26 mei 1730 bij Schout en Schepenen een schuldbrief van vijfduizend vijfhonderd gulden heeft erkend ten behoeve van Claas van der Juist vanwege de verkoop van vier morgen land ingaande mei 1731. Claas van der Juist is in het jaar 1730 overleden en heeft aan de getuigen enerzijds een derde deel nagelaten en een ander derde deel aan zijn echtgenote Rachel Claas van der Juijst en verder het laatste derde deel aan Annetje Gerrits Meug, nagelaten dochter van Claasje Claas van der Juist en Gerrit Meug. Het blijkt dat de erfenis niet goed is afgerond en om verdere procedures te voorkomen vragen zij arbitrage van Hendrik Bethlehem en Paulus Kerkhof, beiden wonende alhier.