Zoeken in archieven

Drie partijen hebben onenigheid over de nalatenschap van Gerrit van Holst en Ariaantje Bedé. Neeltje Kort, verlaten huisvrouw van Gijsbert de Ridder, wonend te Nieuw Lekkerland, mag de gemene boedel beheren en daarmee ook de verdeling van de nalatenschap. Ze is de enige levende afstammeling van wijlen Aagje van Holst. Als belanghebbende is ook aanwezig Cornelis Karreman voor zichzelf, maar hij treedt ook op voor Teunis Karreman en Arij Batton, die getrouwd is met Cornelia Karreman, allen wonend te Rotterdam. Ook aanwezig is Pieter de Zeeuw, administrerend armmeester, wonend te Capelle aan de IJssel, die de belangen waarneemt voor de innocente Marija Karreman. Cornelis, Teunis, Cornelia en Marija Karreman zijn de enige kinderen van wijlen Pieternella van Holst. Als tweede partij is aanwezig Pieter van Holst, wonend te Lekkerkerk. Hij is de broer van wijlen Aagje en wijlen Pieternella van Holst en samen met de kinderen van zijn overleden zussen erfgenaam van wijlen Gerrit van Holst. Als derde partij zijn aanwezig Jan Bedé en Sijgje Bedé, weduwe van Adriaan Stam, wonend te Nieuw Lekkerland, en IJsbrand Bedé, zoon van wijlen Pieter Bedé, wonend te Brandwijk. Jan, Sijgje en wijlen Pieter Bedé zijn broers/zus en enige erfgenamen van wijlen Ariaantje Bedé, de weduwe van Gerrit van Holst. Verwezen wordt naar het testament van de laatstgenoemden van 20-04-1773 te Rotterdam, waarin tot voogden/administrateurs worden benoemd Pieter van Holst, wonend te Lekkerkerk en Ariaantjes broer Jan Bedé, wonend te Lekkerland. Na het overlijden van Ariaantje Bedé op 18-02-1795 is onenigheid ontstaan over de regeling van de nalatenschap. Er wordt nu een regeling getroffen.