Zoeken in archieven

Aanwezig is Suzanna de Jong, te IJsselmonde, weduwe van Johannes van der Graaf, in leven timmerman en metselaar en op 8 mei 1840 te Ridderkerk overleden. Ze treedt op voor zichzelf en voor haar minderjarige kinderen, genaamd Frans en Leendert van der Graaf. Ook aanwezig is de toeziend voogd Bastiaan van Winkelhof, kleermaker te IJsselmonde. Op 17 juni 1840 is overgegaan tot het opheffen van het metselaarsbedrijf, dat Johannes van der Graaf voerde samen met zijn zussen Jenneke en Eva van der Graaf. Er wordt een geschil omtrent de boedelbeschrijving rechtgezet.

Pieter de Jong, arbeider te Ridderkerk, is erfgenaam van zijn minderjarige dochter Cornelia de Jong (overleden op 21 juni 1836 te Ridderkerk), die weer de enige erfgename is geweest van haar moeder Lena van den Burger (overleden op 29 november 1835 te Ridderkerk). Lena van den Burger was erfgename voor een derde deel van de nalatenschap van haar vader Gerrit van den Burger (overleden op 31 maart 1834 te Ridderkerk). Pieter de Jong draagt zijn erfrechten voor 65 gulden vrijgeld over aan Arie Gerritzoon van den Burger, vrachtrijder te Ridderkerk.

Pieter Brugman, Hendrik Brugman, arbeider, Arij Brugman, arbeider en Pieternella Brugman, allen te Charlois, zijn broer of kinderen van de broer van wijlen Willem Brugman en als zodanig erfgenamen van de helft van de nalatenschap van wijlen Willem Brugman, minderjarige zoon van eerstgenoemde Willem Brugman (overleden te Charlois op 15 november 1834). Deze minderjarige Willem Brugman was weer erfgenaam van drie vierde deel van de nalatenschap van zijn minderjarige broer Arij Brugman (overleden te Charlois op 9 september 1826). Arij en Willem Brugman waren de enige kinderen van wijlen eerstgenoemde Willem Brugman. De aanwezigen machtigen Dirk Willemszoon van der Wel, bouwman te Charlois, om de gemeenschappelijke boedel van wijlen Klaasje Verhoeven en haar vooroverleden man Willem Brugman (beide overleden te Charlois, de eerste op 28 oktober 1840, de tweede op 18 oktober 1820) te inventariseren en de boedelscheiding te regelen.

Harmen van der Stel, arbeider te Ridderkerk verkoopt aan Jan Karsseboom, broodbakkersknecht te Ridderkerk, voor 1400 gulden een huis, schuur, tuin en erf in Ridderkerk aan de Oostendam, getekend C nr 20. Verkoper heeft het perceel in 1837 gekocht van Pieter, Hendrik en Aart de Koning.