Zoeken in archieven

Maritje Egbertsdr, vrouw van Sijbrand Melisz die in Oost-Indië is, 25 jaar, verklaart op verzoek van Neeltje Meesdr, weduwe van Cornelis Cornelisz Raephorst, dat waar is dat zij, attestant, naast Annetje Jansdr, vrouw van haar requirants zoon, Cornelis Cornelisz die ook in Oost-Indië is, en 8 dagen voor mei is gaan wandelen langs de Hoogendijk te Kralingen en nabij het slot Honingen, 2 mannen tegen kwamen, te weten Louris Dirxsz die nu naar Groenland is en Willem Claesz, nu op de vaart naar de Sondt, met de personen waar zij, attestant en de voorn Annetje Jansdr, haar hebben getransporteerd (nadat ze 2 of 3 kannen bier hadden gedronken in de Rustwat) naar het IJsselmondseveer en 's avonds weer terug wilden gaan maar de poort al gesloten vonden. Zij zijn toen bij de stadsherberg naar binnen gegaan en hebben er de nacht doorgebracht alsof ze getrouwde stellen waren. De volgende dag zijn de 2 mannen weggegaan toen ze terug wandelden via de Beukelsdijkseweg rond 9 uur. Tevens verklaarde zij attestant dat ze al eerder een nacht met de voorn Louris Dirxsz in dezelfde bedstede had doorgebracht. Verder verklaarden zij, attestanten gehoord te hebben van Annetje Jansdr dat zij op de kamer van de trouwslager in de Baenstraat over de Penningbrug was geweest met Claes den Potter, varend op een binnenjacht.