Zoeken in archieven

Judick Blaeck, vrouw van Heijndrick Tomasz, arbeider, 40 jaar, Suzanna Robbrechtsdr, vrouw van Jacob Colster, 23 jaar, Jannetje Maertensdr, jonge dochter, 20 jaar, allen wonend omtrent de Bogaertstraat, verklaren op verzoek van Pieternelle Jansdr, vrouw van Claes Jansz Prins, kelderknecht in de brouwerij van de Witte Pauw, dat waar is dat zij, attestanten, hebben gehoord dat de vrouw van kapitein Bax, wonend aan de zuidzijde van de Nieuwehaven, met de requirant in woorden was en zij, met volle mond over de straat riep dat de requirant een dief en dievegge was die verscheidene goederen van haar gestolen had, waarna kapitein Bax gekomen was, die de requirant dreigde voor haar bek te slaan. En verklaarden Judick Blaeck en Susanna Robbrechtsdr samen dat zij thuis bij de vrouw van de voorn kapitein Bax waren gekomen en van haar gehoord hebben dat haar vader zaliger de requirant wel tien rijksdaalders had gegeven en dat de requirant 3 dagen geleden zijn mannelijkheid nog in zijn/haar hand had gehad en dat zij, Judick Blaeck en Suzanne Robbrechtsdr, vandaag bij de voorn vrouw van de kapitein zijn geweest en gehoord hebben van haar dat haar vader zaliger de requirant wel 10 keer had gebruikt en dat haar man en broer, Dirck Cox, de requirant menigmaal had gebruikt en gezoend.