Zoeken in archieven

Jacob Sluysens, backer, bevestigt schuldig te zijn aan Daniel van Thuynen een bedrag van 400 gulden wegens geleend geld.

Marya van den Eynde, weduwe van Johannes Rosier, wonende te Amsterdam machtigt haar broer Josua van den Eynden, wonende te Amsterdam, om namens haar de eigendom over te dragen van een huis op de Nieuwendijck te Amsterdam, door haar verkocht aan Joost Gerritsz, geelgieter, alsmede van een tuin aan de Bloomgracht aldaar.

N.B. In het hoofd van de akte staat- waarschijnlijk abusievelijk- als datum 11/05/1640.

Geleyn Pietersz Onoff, coffermaker, verklaart een hypotheek te hebben op een huis aan de oostzijde van de Keyserstraet toebehoord hebbend aan Huybrecht Pietersz, varendeman, en door laatstgenoemde verkocht aan Cornelis Cornelisz van Houwaerden. Deze hypotheek strekt als dekking voor een rentebrief groot 500 gulden en comparant bevestigt met Van Houwaerden te zijn overeengekomen dat de rente daarvan voortaan 5 procent zal bedragen.

N.B. In het hoofd van de akte staat- waarschijnlijk abusievelijk- als datum 17/05/1631.

Sijtgen Gerritsdr van Lier in Emderlant, vrouw van Cornelis Joppen varendeman voor bosschieter tegenwoordig in West- Indië, erfgename van haar broer Jan Gerritsz overleden in West Indië, machtigt haar nicht Trientgen Ynis, jongedochter wonende te Amsterdam, om namens haar en haar vader Gerrit Luris van de West Indische Compagnie alles te vorderen wat haar broer nog tegoed heeft.