Zoeken in archieven

Jan Martensz van Schoonhoven, jonggesel, aangenomen om met Claes Jansz Burch, capiteyn op het schip 'Den Tijger', van hier naar West-Indie te varen als bootsgesel, bekent 240 gld. schuldig te zijn aan Cornelis de Wijs en zijn vrouw Susanna Willemsdr, wonend buiten de Oostpoort, wegens verteerde mondkosten, slaapgeld etc.

Egbert Dircxsz van Haeren, dienend als bootsgesel op het schip waarop capiteyn is Jacob Cornelisz Musch van den Briel, bekent 54 gld. schuldig te zijn aan Cornelis de Wijn en zijn vrouw Susanna Willemsdr, wonend buiten de Oostpoort, wegens slaapgeld, kostgeld etc.

Pieter Jansz van Embden, laatst gediend hebbend als matroos ten oirloge ter zee op het schip waarop capiteyn was Cornelis Engelen Silvergieter en nu aangenomen om als matroos van Delff naar Brasilien te varen op het schip 'Delff' waarop schipper is Symon den Dansser, in dienst van de Westindische Compagnie, bekent 110 gld. schuldig te zijn aan Cornelis de Wijs en Susanna Willemsdr, wegens verteerde mondkosten, slaapgeld etc.
Hij belooft zijn schuld te voldoen uit de buitgelden, afgelopen jaar als matroos verdiend op het schip van oirloge ter zee genaamd 'Walcheren', waarop capiteyn was Govert Florens te Amstelredam, waarbij hij twee Franse schepen heeft helpen veroveren geladen met wolle lakenen, die door de Duynkerckers waren genomen, en de buitgelden die hij tegoed heeft vanwege zijn dienst onder voornoemde capiteyn Cornelis Engelen Silvergieter, waarbij hij de Spaensche Armade heeft helpen neerslaan bij Duyns op de kust van Engelandt.

Claes Jansz van Leyden, onlangs gevaren als schiemansmaet op de buysconvoyer van Schiedam ten dienste van de Groote Visscherije op het schip 'Den Swarten Leeuw' waarop capiteyn was Anthonis Huygen, nu als bosschieter aangenomen om te varen op het schip 'Delff', waarop schipper is Symon den Dansser, van de stad Delff naar Brasilien of West-Indien in dienst van de Westindische Compagnie, bekent 180 gld. schuldig te zijn aan Cornelis de Wijs en Susanna Willemsdr.
Hij heeft niet gediend bij (en dus niets tegoed van) capiteyn Govert Florens.