Zoeken in archieven

Robbert Melen en zijn vrouw Margareta Robberts bekennen van Andries Thomasz de Lap, wiens vrouw Janneken Robberts evenals zij erfgenaam is van Jan Lin, Schotsman, een bedrag van 300 gld. ontvangen te hebben dat aan Margareta door Lin in zijn testament was gelegateerd, uit te keren na het overlijden van Janneken Hendricx, zijn vrouw.

Het testament van Jan Lin is gepasseerd voor notaris Arnold Wagensvelt d.d. 08-12-1637.

Dirck Cornelisz Bruyn van Haestert bekent 33 gld. schuldig te zijn aan Jan Matthijsz van Griethuysen wegens leverantie van noten en andere freuytwaren.

Jan Pollard en Jan Cuely, beiden cooplieden, stellen zich borg voor Willem Aitkinson, schipper van Londen, in zijn zaak tegen Antoine Delree.
Atkinson vrijwaart hen van aanspraken en verbindt hiervoor zijn schip genaamd 'Sara van Londen'.


NB: Cuely tekent als Coule.

Maertgen Ariensdr, weduwe van capiteyn Andries van Soetendael, bekent 530 gld. schuldig te zijn aan Jan Cornelisz Noorwits, coopman, wegens tonnevleys door wijlen haar man van de laatste gekocht, waarvoor een betalingsopdracht is uitgeschreven op 16-02-1634, te betalen door commys Leendert van den Broeck.