Zoeken in archieven

Christina van Hogendorp, huisvrouw van meester Gijsbert Rudolphi van Niedeck, pensionaris van Rotterdam, verklaart dat in de akte van huwelijkse voorwaarden d.d. 26/01/1662 is vastgelegd dat zij niet in gemeenschap van goederen zullen huwen. Wel dat zij beiden een bepaald bedrag zullen bijdragen voor de huishouding, waarin begrepen het gebruik van haar huis, staande en gelegen op de Hoochstraet, gelegen in het westvierendeel van Rotterdam, waar zij destijds reeds in woonde, met het gebruik van huisraad en meubelen, doch dat van verdere gemenschap, hetzij winst of verlies of anderzijds geen sprake is. Verder dat zij, comparante, volgens procuratie die haar man haar d.d. 29/08/1662 onherroepelijk heeft verleend, al haar goederen zelf reguleert, apart van de zijne en alles zelf administreert.
Vervolgens zijn zij op herhaald aandringen van haar man, tegen haar wil uit haar huis vertrokken, daar hij een huis op de Nieuwehaven had gehuurd, waar zij thans in wonen. Mede op zijn verzoek zijn zij een nieuw contract aangegaan, d.d. 11/02/1664, waarin wordt bepaalt dat haar man de huishouding op zich neemt mits zij jaarlijks een bedrag aan haar man betaalt.