Zoeken in archieven

Deze notaris en Johan Cool wenden zich op verzoek van Adriana van Oringen, weduwe van Nicolaas Vergilst, tot Govert Sonnemans, substituyt-schout alhier, en hem in rechte gevraagd of Adriana in oktober 1644 als collectrice van de impost van de boter, in verband met fraude met de impost, ene Adriaentge Cornelis, vrouw van Cent Ariensz, wonend in Keeten in Cappelle, heeft aangeslagen, of er door haar een bedrag van 80 gulden is betaald, en of dat, na de aanklacht van Adriaentge Cornelis, de heeren Burgemeesteren gedwongen zijn geweest dit bedrag te restitueren en in handen te stellen van Annitge Claes, weduwe van Pouwels Jochemsz, assistente van Adriaentge.
Ook wordt gevraagd of zij het gedeelte van dit bedrag terug zouden krijgen die zij hiervan aan de Armen hebben gegeven.

N.B.: dezelfde akte als ONA 272, aktenr. 40.