Zoeken in archieven

Henry Boldero, coopman en Tobias de Hem, coopman te Amsterdam, als borgen voor hun broeder James de Hem, maken aanspraak op diens schuldvorderingen, waardoor ook Arent Sonnemans, inmiddels gewezen curator over de boedel van James, door het gerecht gelast is het geld en de bescheiden die tot de boedel behoren aan hen over te dragen. Zij verklaren uit krachte van de clausule die is toegevoegd aan de machtiging die door Jan Browne, Engels coopman, op 23-10-1652 is verleden, dat zij Niclaes Corsellus, coopman te Londen in hun plaats aanstellen, om van Thomas Manningh, factoor te Virginia, een partij tabacq in ontvangst te nemen, en daarmee te doen zoals hem is opgedragen, bovendien geld te innen van debiteuren, en van Jan Billmoxle, factoor te Virginia, alle tabacq te vorderen die onder hem berust vanwege James de Hem.