Zoeken in archieven

Witte Haringvanger, man van Geertruijd van Breen, Maria van Breen, gemachtigd door haar man, Huijgh Goethart, nu in het buitenland, voor deze notaris, als stadtcasteleijn onder het zegel van Delft, op 30-09-1729, gepasseerd, en Cornelia van Breen, van tafel, bed en inwoning gesepareerde vrouw van Jan Engelbert van Gelder, volgens de akte van 17 en 25 februari 1729, en bekrachtigd op 01-04-1732, voor notaris meester Pieter Coel te Delft, allen zusters en erfgenamen van Margaretha van Breen, overleden in 1731, sluiten een overeenkomst over de verdeling van de boedel.
In de boedel zijn:
-diverse obligaties
-2 huizen, onder 1 dak, aan de westzijde van van de Oude Have,
-een deel in het coopvaardieschip de 'Adriana', waar Gerrit Boxhoorn
boekhouder van is
-de helft van een schelvisschuijt, waarvan de andere helft aan Cornelis
van der Zee, boekhouder en stuijrman, toebehoort
-een deel in het coopvaardieschip, de 'Juffrouw Cornelia', waar
Cornelis Haringvanger schipper op is
Belendingen: ten zuiden Jacob van Breeme en ten noorden Jacobus van Groeneveld.