Zoeken in archieven

Vechter van den Kaag, equipagemeester bij de VOC, kamer Delft verklaart dat zijn overleden neef Pieter van Emmerik in zijn gezamelijke testament met zijn vrouw Anna Houttuijn 100 gulden heeft gelegateerd aan zijn 2 minderjarige kinderen uit het huwelijk met wijlen Cornelia Vincent en ook 100 gulden heeft gelegateerd aan de kinderen van zijn zus Sara van der Kaag, uit de huwelijken met respectievelijk wijlen Egbert van der Kuijl, wijlen Arij van der Laak en Gerrit de Vries met namen Alijda van der Kuijl, thans meerderjarig, Claas van der Laan en Anna de Vries.
Tot voogden en executeurs waren op grond van het testament benoemt Cornelis de Goede en Adrianus Bijland, gerechtsbode te Schiedam.
Deze verklaren dat men met Vechter van der Kaag is overeengekomen dat deze de 2 legaten onder zijn bewind zal nemen ten behoeve van de 4 nog overgebleven minderjarige kinderen tot hun meerderjarigheid. Vechter verklaart de 200 gulden te hebben ontvangen.