Zoeken in archieven

Boedelinventaris van Lijsbeth Jans, laatst weduwe van Pieter Cornelisz Borselaer, overleden op 11-9-1657, gemaakt in opdracht van de executeur-testamentair Johannes Weerts naar de opgaven door Lijntje IJsaacks.
De lasten van de boedel zijn o.a.:
aan Jan van Hetsroy voor impost op de bieren, de brouster in de Haes voor leverantie van bieren, de pachter van de impost op de wijnen en brandewijnen, aan de hooftluyden van het Brandersgilde voor stadtsbrandersaccijs en ketelgelt, voor een acte van borgtocht op 't stadhuis voor capt. Gijsbert de Leen en de schepen Jan van Loon, door tussenstelling van Johannes Weert, aan Richert le Bourgois voor winckelwaren, aan Lijntge IJsaacks voor huur en legaat, aan Johannes Weert, tesamen 884 gulden 11 stuivers.
Doodschulden aan:
Dirck Harmensz Coster, Jan Wolffers voor drukken van begrafenisbriefkens, Gerrit Lievensz, Tryntge Cornelis, Gillis van Hansen, pasteybacker Marcus van der Molen, Isaack van Heel, doctor Ryckwaert, Johannes Weerts en notaris Delphius, tesamen 162 gulden 4 stuivers en 14 penningen.
Inkomsten van de boedel:
o.a. van Joosgen Jansz, Christoffel Potvliech, Pietertge Jansz, Lyntge Jansz, tesamen 1987 gulden en 8 penningen.
De verdeling geschiedt door Johannes Weerts, executeur testamentair. Hij krijgt ter ontlasting van zijn borgtocht voor capt. Gijsbert de Leeu en de out schepen Jan van Loon 100 gulden.
Er resteren 89 gulden 4 stuivers en 10 penningen, die verdeeld worden aan de erfgenamen van Lijsbeth Jansz: Joosgen Jansz, haar zuster, Pietertge Jans, weduwe van Fop Willemsz Licht, haar halfzuster, Lijntge Jans, gehuwd met Huych Eeuwoutsz, haar halfzuster en Christoffel Jans Potvliech, haar halfbroer.