Zoeken in archieven

Aeltgen Heindericx, weduwe van Aryen Jansz van Teylingen te Schiedam, bekent 370 caroligulden schuldig te zijn aan Olivier Oliviersz van Vlierden, brandewijnbrander, wegens gehaalde brandewijnen en water. Ter lossing van deze som verkoopt zij hem meubelen, goederen, imboel en huisraad ten bedrage van 300 gulden en 10 penningen.

Op verzoek van Lucas Cubit, koopman, vervoegt de notaris zich bij Adryaen Lambrechtsz van Schevelingen, schipper op de Sterre van Schevelingen, om hem in rechte aan te zeggen dat hij overeenkomstig de akte van bevrachting in het boek van Jan Sander, makelaar, van 23-01-1655, eerst naar Londen zal varen en dan naar de rivier Wybelingh en van daar naar Rotterdam. Cubit tekent met Luke Cubitt.

Johan van Riviere,koopman, vraagt de notaris Johannes Hogerwerf, koopman, in rechte aan te zeggen voor Johan Kerlen 50 pijpen wijn uit Nantes in beslag te nemen die hem door Govert Lambrechtsz met het schip De Mollenvanger onder Jan Woutersz, schipper, waren gezonden uit krachte van een bodemerijbrief van 700 gulden.

Trijntge Jacobs, weduwe van Franck Claesz Zuylen, winkelhoudster, verkoopt voor 240 caroligulden haar comenijwinkel met gespecificeerde inventaris en koopwaar aan Sara Jans, meerderjarig ongehuwd winkelhoudster.