Zoeken in archieven

Jan Steelant, schipper en biersteker te Scherpenisse, verklaart dat hij op 27-3-1647 bij notaris Jacob Delphius een contract heeft afgesloten met Jan van Driel, schepen, waarin hij bekent 1700 gulden aan van Driel schuldig te zijn. Van Driel zal het contract laten goedkeuren door het gerecht van Westkercke, waarop Steelant de acte bij de Hovan van Holland zal laten goedkeuren. Daar de zaak aldaar hangende is herroept Steelant de machtiging van de procureurs.
Hij belooft zich aan het contract te houden, mits de obligatie van 566 gulden 13 stuivers, heden door Pieter Willemsz Jonk bij deze notaris ten behoeve van Jan van Driel verleden, aan hem Steelant wordt betaald. Dit bedrag zal dienen als een betaling voor het contract.
Dingnus Jansz te Scherpenisse stelt zich borg ten behoeve van Jan van Driel.
Pieter Cornelis Steelant stelt zich borg ten behoeve van Dingnus Jansz.
N.B. De akte is niet ondertekend.