Zoeken in archieven

William Emperoer, Engels koopman van 25 jaar, verklaart op verzoek van generaal Pieter Goutswaert, dat toen hij op de 16e jongstleden op de Nieuwehaven op het schip van schipper Jan Oddi van Colchester in Engeland wilde gaan, er een kwestie was tussen Arnoldt van Jonckholdt, commies ter recherche van de convoyen en licenten, en een Engelsman, waarvan hij dacht dat hij Jens Gouldinck heette, over het aanslaan van 4 pakken. De Engelsman heeft echter 10 stukken slechte sayen en 28 paar grijze sokken verzwegen. Emperot gaat naar Jonckholdt om in vriendschap de kwestie te regelen, wat Jonckholdt niet doet.

Adriaen Symonsen verklaart op verzoek van Jan Dirksen, brandewijnbrander, dat er door tussenkomst van hem als arbiter samen met de advocaat Dirck Pelt en Huybrecht Hinsbeeck tussen Dirksen en zijn schoonvader Sedrach Bartholomeusz d.d. 19 oktober 1640 een accoord is gesloten, door beide partijen ondertekend. Symonsen legt voorts de condities tot betaling van 750 gulden, die in het contract genoemd zijn, waarbij het testament van Sedrach en zijn vrouw genoemd wordt.

Adriaen Govertsen van Nes, wijnkoper van 40 jaar, Pieter Dircksen, tijkwerker van 42 jaar, en Catharina Corstiaens, jongedochter van 18 jaar, leggen op verzoek van Petrus van Willige, doctor in de medicinen, een verklaring af. Catharina verklaart dat op 2 februari de dokter een bezoek bracht bij de vrouw van Van Nes in verband met een ziekte aan haar borst. De vrouw was niet thuis en de dokter is naar de Vlasmarct gegaan. Catharina heeft gehoord dat de vrouw van apotheker Hercules Cruys de dokter op straat uitschold voor "doctor candelaer, die wijvesmijter en schelm". Op de vraag van omstanders waarom zij dat zei, antwoordde de vrouw van de apotheker dat de dokter een kandelaar naar haar hoofd had gesmeten. Van Nes en Dircksen bevestigen dat de dokter zo uitgescholden is.

Thomas Hart, Engels schipper, verklaart dat de bootsgezellen Jan de Grande en Pieter Montfoort hem ongeveer 3 weken geleden met toestemming van de Vredemakers hebben gearresteerd en tot gisteren vastgehouden, waardoor de schipper een vracht paarden met bestemming Diepen in Frankrijk, waarvoor 100 pond sterling geboden werd, moest laten gaan. De bootsgezellen hebben Hart voor de Vredemakers ontboden in verband met een verrekening van nog te ontvangen gage en o.a. geld dat Hart aan Montfoort voor kleren heeft gegeven. De kwestie is geregeld.
Als tolk treedt Francoys Huys op.