Zoeken in archieven

Claes Barthoutsen Roos, schipper te Delfshaven, mede uit naam van zijn zoon Boudewijn Claessen Roos, schipper van het schip de Roos, groot 140 lasten en bewapend met 5 ijsere gotelingen, zeilree liggend in Delfshaven, en Barent de Vosch, koopman te Delfshaven, mede-reder in het voornoemde schip, handelen uit naam van alle mede-reders.
Jacob de Hem, Engels koopman van de societeit der marchands avonturiers van de Engelse natie, en De Vosch huren het voornoemde schip met Boudewijn Roos als schipper om naar de Verginis te varen.
De schipper mag zelf geen lading meevoeren, De Hem zal het schip van ballast en scheepsvolk voorzien. De schipper krijgt toezicht op de lading van De Hem.
De Hem belooft de schipper maandelijks 525 gulden te betalen voor volk en geschut, te betalen na aankomst, en de waarde van een caplaken, te weten 90 gulden.